de betreffende instelling op een door bur
gemeester en wethouders te bepalen wijze
in de gelegenheid gesteld om te worden ge
hoord
HOOFDSTUK II: SUBSIDIEVOORWAARDEN
paragraaf. _11 alge_m_e_en
Artikel 21
anti-discrimina- 1. Subsidie wordt in ieder geval niet ver-
tiebepaling leend indien:
a. doelstelling of activiteiten van de om
subsidie verzoekende instelling, danwel
het beoogde gebruik van de subsidie,
discriminatie opleveren of op zullen
leveren wegens godsdienst, levensover
tuiging, politieke gezindheid, ras, ge
slacht, burgerlijke staat, sexuele ge
richtheid, leeftijd of op welke grond
dan ook,
en/of
b. binnen de om subsidie verzoekende in
stelling, althans binnen de activitei
ten waarvoor de om subsidie verzoekende
instelling (mede-verantwoordel ijkhe id
draagt, discriminatie, zoals nader om
schreven onder sub a.plaatsvindt of
zal plaatsvinden, en de om subsidie
verzoekende instelling ter voorkoming
of beperking hiervan niet die maatrege
len treft, welke onder de gegeven om
standigheden in redelijkheid van de
om subsidie verzoekende instelling mo
gen worden verlangd.
2. Onder discriminatie, bedoeld in het eerste
lid, wordt voor de toepassing van deze be
paling niet begrepen het onderscheid ter
opheffing van maatschappelijke achter
stand
Artikel 22
subsidiericht- Indien en voor zover daarin in of krachtens
lijnen per terrein deze verordening niet reeds is voorzien, en
of deelterrein waar nodig in afwijking daarvan, kan de raad
voor elk van de krachtens artikel 2, tweede
lid, vastgestelde terrein- en deelterreinbud
getten subsidierichtlijnen vaststellen, hou
dende criteria en nadere of bijzondere voor-