aan de raad der
gemeente Breda
0V/8700647
Bijlage nr. 455
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot ongegrondverklaring van het beroep
van N.M. Klaver tegen de aanschrijving
ex artikel 25 van de Woningwet betref
fende het pand Baronielaan 253
Bij besluit van 30 oktober 1986* is de heer N.M. Klaver, Spank 56, 4824 BG
Breda, aangeschreven de nodige voorzieningen te treffen ter opheffing van
de gebreken van het pand Baronielaan 253.
Bij brief van 11 november 1986, ingekomen 12 november 1986, heeft de heer
Klaver voorziening gevraagd.
Het beroepschrift is ingekomen binnen de in artikel 30 van de Woningwet
gestelde termijn van 14 dagen.
De heer Klaver dient derhalve in zijn beroep ontvankelijk te worden verklaard.
In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht:
de bijlage die bij de aanschrijving behoort en de diverse gebreken
vermeldt, was niet bij de aanschrijving gevoegd;
het is duidelijk dat het pand gebreken vertoont.
Investeringen zijn op dit moment echter moeilijk te doen.
Er is contact opgenomen met de afdeling bouw- en woningtoezicht van de
dienst van openbare werken om de mogelijkheden tot subsidiëring op
grond van de rijksregeling "particuliere verhuur" te onderzoeken;
- indien er geen subsidiëring mogelijk is, zal een gefaseerd plan voor
het herstel van de gebreken moeten worden opgesteld. Herstel binnen de
gestelde termijn van 30 dagen is onmogelijk;
- er is inmiddels een aanvang gemaakt met het treffen van dringend
noodzakelijke voorzieningen;
- de bedoeling is de verdere verbetering van het pand te starten op
1 maart 1987;
- verzocht wordt het beroep gegrond te verklaren en appellant de mogelijk
heid te bieden in overleg met afdeling bouw-1en woningtoezicht van de
dienst van openbare werken een herstelplan op te stellen en uit te
voeren.
Naar aanleiding van klachten van een bewoonster van de kamerverhuurinrichting,
gevestigd in het onderhavige pand Baronielaan 253, over de onderhoudstoestand
van het pand is door de afdeling bouw- en woningtoezicht van de dienst van
openbare werken een onderzoek ingesteld. Deze klachten zijn gegrond bevonden.
Bij brief van 2 september 1986* is de heer Klaver verzocht de nodige voor
zieningen te treffen ter opheffing van de met name genoemde gebreken.
Deze geconstateerde gebreken hebben betrekking op de kozijnen, ramen en
deuren in voor- en achtergevel, het stucwerk, het hoofddak en het dak van
de aanbouw, de afvoer van douche en gootstenen, de hemelwaterafvoeren, de
binnenriolering, het metselwerk aan de bovenzijde van de voorgevel en de
elektriciteitsinstallatie.
Aan het verzoek van 2 september 1986 is geen gehoor gegeven.