- 4 - Bijlage nr. 738
eigen in het kader van de werkloosheidsbestrijding beschikbare gemeentelijke
middelen. Zonder een substantiële bijdrage van gemeentewege kan het merendeel
van de huidige leer-/werkprojekten niet worden gekontinueerd. Wat betreft deze
kontinuering wordt gedacht aan een termijn van drie jaar waarbinnen een
kwalitatief goede scholings- en werkervaringsaanpak kan worden gegarandeerd.
Daar ook voor de komende jaren nog met een relatief harde kern onder de
werkloosheid moet worden gerekend, is een dergelijke termijnstelling alleszins
gerechtvaardigd
Ervan uitgaande dat:
met de instandhouding van de huidige voorzieningenstruktuur een totaalbe
drag van bij benadering 1,1 miljoen op jaarbasis is gemoeid;
aan extern te verwerven bijdragen een bedrag van maximaal 330.000,
voor 1988 en maximaal 150.000,voor 1989 en 1990 op jaarbasis kan
worden verwacht dient de komende jaren rekening te worden gehouden met een
gemeentelijke bijdrage, die ligt tussen de 770.000,en de 950.000,
op jaarbasis.
Ten aanzien van de financiering hiervan kunnen navolgende dekkingsmogelijkhe
den worden aangegeven, te weten:
a. de jaarlijks in de begroting van de dienst E.Z. W. beschikbare middelen
bestaande uit:
- het onder funktie 611, kode 4,2 opgenomen aktiviteitenbudget ad
ƒ442.500,(begroting 1987). Betreffend budget kan -uitgezonderd de
voor het I.B.V. te reserveren bijdrage ad 60.000,volledig voor de
kontinuering van onderhavige projekten worden ingezet. Hoewel in de
jaren 1988-1990 in de uitbreiding van dit budget met respektievelijk
ƒ150.000,100.000,en 50.0000,is voorzien (kadernota 1987)
verdient het aanbeveling deze middelen in te zetten ten behoeve van
nieuwe aktiviteiten in het kader van de bestrijding van de langdurige
werkloosheid. Terzake de inzet van de middelen "nieuw beleid" 1988
(ƒ150.000,zijn in "het pré-advies tot het vaststellen van maatrege
len en voornemens inzake de uitvoering van het gemeentelijk sociaal-
economisch beleid 1987-1990" konkrete voorstellen gedaan;
de ten behoeve van de uitvoering van het Type- en Stencilserviceprojekt
onder funktie 611 opgenomen begrotingsposten tot een totaal-bedrag ad
ƒ85.000,
b. de jaarlijks in de begroting van de dienst Economische Zaken en Werkgele
genheid beschikbare middelen tot een totaalbedrag van 467.500,(zie
onder a.zijn niet toereikend voor de voortzetting van de huidige leer-/
werkprojekten. Dit betekent dat hiertoe vanuit het Werkgelegenheidsfonds
jaarlijks een aanvullend bedrag tussen de ƒ302.500,en de 482.500,
is benodigd. De omvang van het Werkgelegenheidsfonds, zijnde ƒ1.481.452,
verminderd met de daarop rustende verplichtingen tot een totaalbedrag ad
ƒ268.133,(zie jaarrekening 1986), is toereikend om de voortzetting van
de huidige leer-/werkprojekten voor een periode van drie jaar veilig te
stellen. Daar het Werkgelegenheidsfonds is gevoed uit in voorgaande jaren
in het kader van de werkloosheidsbestrijding beschikbare maar tengevolge
van de verkregen rijksbijdragen niet bestede gemeentelijke middelen, is
inzet van deze gereserveerde middelen ten behoeve van da voortzetting van
de huidige leer-/werkprojekten alleszins gerechtvaardigd. Hiermede kunnen
zinvolle, op zwakke arbeidsmarktkategorieën (drop-outs, minderheden,
vrouwen) toegesneden scholings- en werkervaringsmogeiijkheden worden
gehandhaafd.
3. Subsidie-aanvragen van vier leer-/werkprojekten
Van een viertal leer-/werkprojekten loopt per 1 december 1987 de subsidiepe
riode af. Zij hebben voor de periode van 1 december 1987 t/m 30 november 1988