gemeente Breda
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op art. 170 van de gemeentewet;
besluit:
1. de in de afgelopen jaren opgezette en op zwakke arbeidsmarktkategorieën
toegesneden leer-/werkprojekten op het huidige nivo voort te zetten en
daartoe het plan van aanpak met betrekking tot de toekomst van de leer-/
werkprojekten in Breda als richtinggevend vast te stellen;
2. de in paragraaf 2.2 van dit pré-advies opgenomen financieringsopzet vast
te stellen zodat de financiering van de huidige leer-/werkprojekten over
een periode van drie jaar veilig wordt gesteld. Dit onder de voorwaarden
dat jaarlijks konkreet uitgewerkte financieringsvoorstellen terzake aan Uw
raad worden voorgelegd;
3. aan stichting De Maakzaak een subsidie tot maximaal 52.470,te ver
strekken als bijdrage in het exploitatietekort van textiel-leer-/werk-
plaats De Maakzaak over de periode van 1 december 1987 tot en met 30 mei
1988; dit ten behoeve van het afbouwen van de huidige aktiviteiten en de
doorstromingsbegeleiding van de huidige deelneemsters naar reguliere
scholing en/of arbeid;
4. aan de stichting Werkgelegenheid Molukkers Breda een subsidie tot maximaal
71.000,te verstrekken als bijdrage in het exploitatietekort van het
automatiserings- en informaticaprojekt Anak Muda over de periode 1 decem
ber 1987 tot en met 30 november 1988 onder de in par. 4, punt 4 geformu
leerde voorwaarden;
5. aan de Stichting Buitenlandse Vrouwen Centrum een subsidie tot maximaal
ƒ99.000,-- te verstrekken als bijdrage in het exploitatietekort van het
Kappersprojekt over de periode 1 december 1987 tot en met 30 november
1988;
6. aan de Stichting Antilliaanse Werkgelegenheid een subsidie tot maximaal
ƒ107.692,te verstrekken als bijdrage in het exploitatietekort van de
Sleutelwerkplaats Breda over de periode 1 december 1987 tot en met 30
november 1988 onder de voorwaarde dat het bestuur van de Stichting A.W.
bereid is om in samenwerking met de stichting O.T.O. mee te werken aan de
totstandkoming en uitvoering van een totaalprogramma in de metaal;
7. aan de onder punt 3 tot en met 6 genoemde subsidie, naast de al genoemde
voorwaarden, de aanvullende onder par. 4, punt 7 geformuleerde voorwaar
den, te verbinden;