Bij bijlage nr. 728
5. Alvorens op het beroep een beslissing wordt
genomen, wordt de appellant in de gelegenheid
gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te
doen horen op de door burgemeester en wethouders,
onderscheidenlijk de raad, te bepalen wijze.
Zonodig worden andere belanghebbenden tevens in
de gelegenheid gesteld zich in persoon of bij
gemachtigde te doen horen.
6. Het horen, bedoeld in het vijfde lid, van de
indiener en andere belanghebbenden kan achterwege
blijven, indien het beroepschrift naar het oor
deel van burgemeester en wethouders kennelijk
niet-ontvankelijk is.
7. Op het beroepschrift wordt binnen drie maanden
beslist. Burgemeester en wethouders kunnen deze
termijn eenmaal met ten hoogste twee maanden
verlengen.
Van de verlenging wordt voor de afloop van de
eerste termijn schriftelijk mededeling gedaan aan
de indiener van het beroepschrift. Het besluit
tot verleging wordt aan de raad ter kennis
gebracht in diens eerstvolgende vergadering,
indien het een beroepschrift betreft ten aanzien
waarvan de raad dient te beslissen.
8. Indien de in beroep genomen beslissing afwijkt
van de aangevallen beslissing, dan regelt het
betreffende orgaan in beroep al datgene wat ten
gevolge van die afwijking regeling behoeft.
Hoofdstuk 3: de subdldle-aanvraag en beschikking
Artikel 5
Subsidie- 1. Een groep die subsidie wenst te ontvangen dient
aanvraag een schriftelijke aanvraag in bij burgemeester en
wethouders
2. Een aanvraag om subsidie vermeldt:
a. de naam en het adres van de groep;
b. een omschrijving van de activiteit, waarvoor
subsidie wordt aangevraagd, met een daarbij
behorende begroting met toelichting;
c. de overige door burgemeester en wethouders
noodzakelijk geachte gegevens.
3. Indien de aanvraag niet de gegevens bevat of niet
vergezeld gaat van de vereiste bescheiden,
stellen burgemeester en wethouders de aanvrager
in de gelegenheid om binnen een door hen te
bepalen termijn de aanvraag aan te vullen of
nadere gegevens te verstrekken.
4. Indien de aanvrager geen of onvoldoende gebruik
maakt van de geboden gelegenheid, ook niet na een
daartoe strekkende schriftelijke waarschuwing,
verklaren burgemeester en wethouders die aanvraag
niet-ontvankelijk.