-3-
Bijlage nr. 765
GESCHIL-PROCEDURE
De te nemen "beslissing over het "bij de Kroon aanhangig gemaak
te geschil is voorbereid door de Afdeling voor de geschillen
van bestuur van de Raad van State. Op 24 april 1986 is daartoe
vanuit de Afdeling (Kamer VI) een hoorzitting gehouden. De
gemeente Breda is in dit kader vertegenwoordigd door de
daartoe ingeschakelde juridisch adviseur. Het niet openbaar
zijnde advies van de Afdeling aan H.M. de Koningin is op 22
mei 1986 verzonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Het
Koninklijk Besluit, inhoudende de beslissing op het geschil,
volgde op 25 juni 1986*. Uit dit K.B. blijkt, dat er in casu
geen sprake is van een geschil waaromtrent door de Kroon
ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen kan worden
beslist. De Kroon nam dit standpunt in, omdat èn de uittreding
zelve èn de uittredingsvoorwaarden reeds op zich zijn onder
worpen aan Koninklijke goedkeuring. Omtrent het geschil werd
dan ook geen beslissing genomen.
BEMIDDELING BINNENLANDSE ZAKEN
Genoemd K.B. is door de Minister van Binnenlandse Zaken
aangeboden bij brief van 17 juli 1986*. Deze achtte toen,
gelet op de langdurige voorgeschiedenis, een spoedige beslis
sing wenselijk en bood van zijn kant bereidheid tot bemidde
ling aan. Hierop hebben wij bij brief van 29 juli 1986*
positief gereageerd.
De daarop gevolgde bemiddelingsgesprekken hebben plaats gehad
aan de hand van een door het ministerie van Binnenlandse Zaken
opgesteld compromisvoorstel met betrekking tot de uittredings
voorwaarden. Dit voorstel d.d. 11 februari 1987* resulteerde
in een voor Breda berekende totale uittredingssom van
f 721 .479,15.
Die bemiddeling bracht partijen uiteindelijk in principe tot
elkaar op, voor wat betreft Breda, de in totaal verschuldigde
uittredingssom van f 700.000,(met betaling per 1 juli 1987
en met daarop nog te verrekenen - reeds betaalde - bijdragen
in de exploitatietekorten over 1984, 1985 en 1986). De uittre
dingssom is gebaseerd op een drietal elementen:
a. een bijdrage a fonds perdu in de investeringskosten;
b. een bijdrage in de overige exploitatielasten;
c. een generale risicocompensatie van 5 over de bijdrage
onder b.
Een nadere uiteenzetting is met de daaraan ten grondslag
liggende uitgangspunten vermeld in de bij de brief d.d.
27 mei 1987* van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
gevoegde bijlage "RESULTAAT BEMIDDELING".
