-4- Bijlage nr. 765
GOEDKEURING UITTREDING BEËINDIGING VERTEGENWOORDIGING
Van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken ontvingen wij
"bij brief van 10 juli 1 987* een afschrift van het Koninklijk
Besluit van 5 juni 1987*, houdende goedkeuring van de uittre
ding van (onder meer) de gemeente Breda uit onderhavige
gemeenschappelijke regeling. Tengevolge van die goedkeuring
werd de uittreding van Breda een voldongen feit, dat wil
zeggen dat Breda met ingang van die goedkeuringsdatum geen
deelnemer meer is aan de regeling en daarmee niet langer nog
participeert in het Recreatieschap. Hiermee hangt samen, dat
per die datum tevens de vertegenwoordiging vanuit Breda in de
bestuursorganen van het schap is beëindigd. Breda werd hierin
vertegenwoordigd door:
- wethouder J. Hofstè vanuit het college
(lid recreatieraad lid dagelijks bestuur);
- raadslid de heer I. van de Casteel vanuit de raad
(lid recreatieraad
Wij hebben die vertegenwoordigers hierover geïnformeerd.
HERZIENING UITTREDINGSVOORWAARDEN NADER OVERLEG
Tenslotte resteerde nog een aanpassing van de oorspronkelijke
uittredingsvoorwaardenHet dagelijks bestuur van het Recrea
tieschap vroeg daartoe in zijn brief van 22 juni 1987* nog om
enig uitstel aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken.
Volgens haar antwoord daarop bij brief d.d. 10 juli 1987*
achtte zij het niet meer mogelijk de formele procedure omtrent
de uittreding(en) op te schorten.
Ondertussen vroeg het dagelijks bestuur aan ons bij brief van
16 juni 1987* om een nader gesprek over mogelijke verdere
deelname door Breda aan het Recreatieschap. Dit gesprek heeft
op 27 augustus 1987 plaats gehad, waartoe wordt verwezen naar
het ter inzage gelegde verslag* hiervan. Bij brief van 29 sep
tember 1987* hebben wij het dagelijks bestuur onder meer
bericht er in de gegeven omstandigheden er aan te hechten om
primair volledig uitvoering te geven aan de in Breda genomen
uittredingsbesluiten
Op 5 oktober 1987* zijn de uittredingsvoorwaarden door de
recreatieraad in herziene vorm vastgesteld, dit met als
essentie, dat de gemeente Breda verplicht wordt tot betaling
van een uittredingssom ten bedrage van f 700.000,Dit
bedrag komt overeen met het eerder genoemde bemiddelingsresul
taat