aan de raad der gemeente Breda Wlz/871^269 Geconstateerd moet worden dat de peuterspeelzaalcapaciteit momenteel niet evenwichtig over de stad is verdeeld. Bovendien doen zich tussen de peuterspeelzalen verschillen voor wat betreft - de openingstijden en openingsduur - het aantal dagdelen dat kinderen de peuterspeelzaal kunnen bezoeken; - het aantal uren betaalde leiding in relatie tot het aantal openingsuren; - de betaling van de leiding. Het spreidingsplan peuterspeelzalen dat U hierbij wordt aangeboden heeft tot doel de beschikbare capaciteit beter over de buurten te verdelen en de hiervoor gesignaleerde verschillen tussen de peuterspeelzalen onderling, waar mogelijk, op te heffen. Een uitbreiding van de financiële middelen t.b.v. het peuterspeelzaalwerk wordt in de financiële meerjarenplanning niet voorzien. Het spreidingsplan betreft dan ook uitsluitend een herverdeling van middelen binnen het voor het peuterspeelzaalwerk in de gemeentelijke begroting beschikbare budget. De voorstellen uit het spreidingsplan kunnen, in hoofdlijnen, als volgt worden samengevat. Momenteel staat de capaciteit van een aantal peuterspeelzalen niet in verhouding tot de kinderaantallen in de buurten waarin zij gelegen zijn. Bovendien vraagt de stadsuitbreiding in de Haagse Beemden, waar straks bijna eenderde van alle kinderen zal wonen, om een herschikking. In het spreidingsplan wordt per peuterspeelzaal een werkgebied vastgesteld. Dat werkgebied omvat de buurt waarin de peuterspeelzaal gelegen is en eventueel (een) aangrenzende buurt(en) indien daar geen peuterspeelzaal gevestigd is. Vervolgens wordt de te verdelen peuterspeelzaalcapaciteit aan de peuterspeelzalen toebedeeld naar rato van de kinderaantallen in de werkgebieden. Aan de z.g. A-buurten wordt een dubbele capaciteit toeberekend teneinde daar intensiever te kunnen werken. Het totaal aantal dagdelen dat beschikbaar wordt gesteld (107) komt overeen met het huidige aantal (106). Uitgegaan wordt van een opvang van maximaal 20 kinderen per groep. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een groep uit minimaal 10 kinderen te bestaan. Gelet op het feit dat peuterspeelzalen momenteel enerzijds wachtlijsten hebben maar anderzijds peuters meer dan twee keer per week laten komen wordt er in het spreidingsplan van uitgegaan dat alle kinderen de peuterspeelzalen twee keer per Bijlage nr. 717 Voorstel van burgemeester en wethouders inzake het peuterspeel zaalwerk. t

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1596