aan de raad der
gemeente Breda
OW/8711481
Bijlage nr. 699
Voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van de evaluatie van de functie van
de 3e energieconsulent.
Op grond van de notitie woonlasten van mei 1984 is door uw raad besloten tot
aanstelling van een 3e energieconsulent. Daarvoor werd structureel 85.000,
per jaar beschikbaar gesteld.
Per 1 augustus 1985 is op grond van deze besluitvorming de consulent voor 30
uur bij de Woonwinkel geplaatst. De functionaris werkt voor 20 uur voor de
Energiecommissie en voor 10 uur voor de Woonwinkel ten behoeve van energie
besparende maatregelen bij particuliere woningverbetering.
Reden van plaatsing bij de Woonwinkel was enerzijds de onafhankelijke
positie welke de functionaris ten opzichte van de gemeente kon innemen.
Anderzijds was er de ervaring van de Woonwinkel als werkgeefster.
Thans functioneert de 3e energieconsulent 2 jaar. Dit was voor ons de reden
om de functie te evalueren. Februari jl. hebben wij daartoe aan het onder-
zoeks- en adviesbureau SOAB opdracht verleend.
De evaluatie, naar de inhoud waarvan wij u uitdrukkelijk verwijzen, ligt
voor u ter visie.
De belangrijkste conclusies zijn:
1. het ontbreken van:
a. een integratie van de drie taakomschrijvingen van de gemeente, de
Woonwinkel en de Energiecommissie;
b. een subsidiebeschikking of overeenkomst met voorwaarden waaraan de
functie van energieconsulent moest voldoen;
2. het tot op heden vermengd zijn van enerzijds de daadwerkelijke advisering
over energiebesparing en anderzijds de opbouwwerkachtige activiteiten
met betrekking tot energetische activiteiten in de sociale huursector;
3. de isolatie van woningen van particuliere verhuurders en institutionele
beleggers is nog een braakliggend terrein;
4. er heeft nog geen systematische voorlichting over energiebesparing
plaatsgevonden;
5. uit de evaluatie blijkt dat de functie aan een grote behoefte voldoet.
Naar aanleiding van de evaluatie zijn wij van mening dat de functie van 3e
energieconsulent vooralsnog gehandhaafd dient te blijven. Over de wijze van
voortzetting heeft overleg plaatsgevonden met de stichting Woonwinkel en de
Energiecommissie.
Gelet op de twee uiteenlopende aandachtsgebieden - enerzijds de gerichtheid
op (groepen van) huurders en anderzijds de individuele benadering energie
gebruikers - die door de consulent moeten worden bestreken is tot de con
clusie gekomen dat het beter is ook voor wat betreft de persoon deze twee
aandachtsvelden te scheiden. Wij stellen ons daarbij voor de taak ten dele
onder te brengen onder beheer en begeleiding van de Energiecommissie.
Het overige gedeelte blijft gehandhaafd bij de Woonwinkel. Een en ander
binnen de gegeven financiële randvoorwaarde, zijnde een jaarlijks totaal
budget van 85.000,