gemeente Breda
Bij Bijlage nr. 718
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 171 van de gemeentewet;
besluit:
I. aan Van Opstal Beheer v.o.f., gevestigd Bloemenmarkt nr. 18, 4701 JB
Roosendaal, ten behoeve van de uitbreiding van het winkelcentrum De
Donk te verkopen een perceel grond van 525 m2, gelegen aan De Donk,
kadastraal bekend gemeente Breda, sectie H, nr. 3073 (ged.), zoals op
de bij dit besluit behorende situatietekening van de dienst openbare
werken nr. 57749 met grijze kleur bij benadering is aangegeven, voor de
prijs van 160.000,(zegge: honderd zestigduizend gulden) exclusief
de B.T.W. volgens het op het tijdstip van eigendomsoverdracht geldende
tarief, onder de "algemene verkoopvoorwaarden 1979", vastgesteld bij
besluit van de raad van 19 februari 1979, doch met uitzondering van de
artikelen 3, 15 t/m 17 en 20 t/m 21 en onder aanvulling van de volgende
bijzondere voorwaarden en bepalingen:
1. Koper moet gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozet
ten, aanduidingsborden en pijpleidingen, voor openbare doeleinden
bestemd, op, in, aan of boven het verkochte worden of zijn aange
bracht en onderhouden, op de plaatsen waar en de wijze waarop het
college van burgemeester en wethouders dit nodig zal achten;
omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en)
overlegd; koper of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al
hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht te laten
bestaan.
Het aanbrengen en/of het aanwezig zijn van bovenbedoelde voorwerpen
als gevolg van deze gedoogplicht doet geen recht ontstaan op
enigerlei schadevergoeding.
2. De voorgaande bijzondere voorwaarde en bepaling, alsmede dit
artikel moeten bij elke vervreemding van het gehele voormelde
onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning
van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een
gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk
gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van
de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn
uitgewerkt.
Bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij,
zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve
van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,