eigendom toebehorende pand aan de Reigerstraat 4 te
Breda te wijten zou zijn aan in opdracht van de Gemeente
Breda uitgevoerde sloop- en bouwwerkzaamheden naast en
tegen genoemd pand. De sloopwerkzaamheden betroffen het
Stemcomplex gelegen aan het Kasteelplein. Deze sloop
werkzaamheden zijn in opdracht van de Gemeente Breda
uitgevoerd door Vissers een en ander overeenkomstig
bestek nr 7, dienstjaar 1983.
De Kantonrechter te Breda heeft deze incidentele vorde
ring toegewezen, waarna partij Van Rooij bij exploit
van 7-2-1985 de Gemeente Breda in vrijwaring heeft doen
dagvaarden en gevorderd dat bij het in de hoofdzaak te
wijzen vonnis de Gemeente Breda gelijktijdig veroordeeld
zal worden om aan partij Van Rooij tegen kwijting te
betalen al datgene waartoe partij Van Rooij als
gedaagde in de hoofdzaak bij dat vonnis ten behoeve van
eisers in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld.
Vervolgens heeft de Gemeente Breda bij incidentele
conclusie van 20 maart 1985 gevorderd, dat het haar
toegestaan zou worden Vissers in ondervrijwaring op te
roepen, stellende dat Vissers zich ingevolge bestek
nr 7 jegens de Gemeente Breda heeft verplicht om deze
te vrijwaren voor vorderingen als die waarvoor partij
Van Rooij de Gemeente Breda in vrijwaring heeft gedag
vaard. Deze incidentele vordering van de Gemeente Breda
is door de Kantonrechter te Breda bij vonnis van
24 april 1985 eveneens toegewezen, waarna de Gemeente
Breda bij exploit van 14-5-1985 Vissers in ondervrij
waring heeft doen dagvaarden en heeft gevorderd om
Vissers te veroordelen om aan de Gemeente Breda tegen
kwijting te betalen al datgene waartoe de Gemeente
Breda in de vrijwaringsprocedure ten behoeve van partij
Van Rooij mocht worden veroordeeld.