aan de raad der
gemeente Breda
OW/8700875
4-2-1987
Bijlage nr. 484
Voorstel van burgemeester en wethouders
inzake verzoekschriften als bedoeld in
artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke
ordening (planschade) naar aanleiding
van de realisering van woonwagenstand
plaatsen.
1. Inleiding
De heer en mevrouw BooijHillenraadstraat 6; mevrouw M. van Ginneke,
Rijnauwenstraat 262; de heer en mevrouw Van Dael, Papegaaienlaan 8 te
Wassenaar; de heer en mevrouw Mosheuvel, Jacob Catssingel 15; de heer en
mevrouw Van Opstal, Jacob Catssingel 21; de heer van Boxsel, de la Reijweg
nr. 21; mevrouw H. Dijs-Schonewille, Jacob Catssingel 13; de heer en
mevrouw WanrooijJacob Catssingel 17; de heer W. van Rijnsoever, Cornells
Joosstraat 120; de heer J. Reijn, Mendelssohnlaan 10; de heer P. Oomes,
Schubertlaan 19; de heer D. Juch, Ruitersboslaan 47; de heer E. Polak,
Esmoreitlaan 5/49, 2050 Antwerpen; de heer H. Stassen, Mendelssohnlaan 12;
de heer en mevrouw J. Tebbe, Beethovenlaan 8; de heer A. Smulders, Montenslaan
nr. 1; de heer en mevrouw Heere, Beethovenlaan 3; mevrouw H. Jongstra-van
Overveld, Ruitersboslaan 76; de heer C. Talboom, Montenslaan 3; de heer
H. van Heeswijk, Mendelssohnlaan 2; de heer G. Rijnders, Ruitersboslaan 45;
de heer P. Kuijpens, Beethovenlaan 4; mevrouw F. Houben-Araud, Beethovenlaan
nr. 11 en Ingredior B.V., Montenslaan 6; hebben verzoeken om vergoeding van
planschade (artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening) ingediend
naar aanleiding van de realisering van woonwagenstandplaatsen*.
Mevrouw Van Ginneke en de heer en mevrouw Van Dael zijn eigenaren geweest
van woningen aan de Jacob Catssingel en de heer Polak is eigenaar geweest
van de woning Schubertlaan 23.
Op grond van het bepaalde in artikel 4 van de procedureverordening plan
schadevergoeding* heeft uw raad op 24 mei 1984, 6 september 1984, 20 december
1984, 28 januari 1985, 17 april 1985 en 12 december 1985 verzoekers ontvan
kelijk verklaard in hun verzoekschriften*.
Vervolgens zijn de verzoeken ter advisering voorgelegd aan de schadebeoor-
delingscommissie, die bij genoemd besluit van 24 mei 1984 door uw raad werd
benoemd.
Bij brieven van 4 december 1984, 15 april 1985, 29 mei 1985, 16 augustus
1985, 11 april 1986 en 22 mei 1986 heeft de commissie haar adviezen over de
verzoeken uitgebracht*.
Wij zullen achtereenvolgens het volgende aan de orde stellen:
- een kort overzicht van de afgeronde en nog lopende procedures met
betrekking tot de woonwagenlocaties;
- de inhoud van artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening en de
procedureverordening planschadevergoeding;
de ontvankelijkheid van de verzoekschriften;
- de inhoudelijke beoordeling van de verzoekschriften.
JDOM