Bijlage nr. 484 2Stand van zaken van de procedures met betrekking tot de woonwagen locaties Op 30 september 1982 en 18 november 1982 heeft uw raad besloten tot vast stelling van bestemmingsplannen ten behoeve van de realisering van woon wagenstandplaatsen aan de Claas Persoonsstraat, Emerweg, Rijnauwenstraat en Ruitersboslaan, respectievelijk Jacob Catssingel. Deze bestemmingsplannen zijn inmiddels goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Tegen de goedkeuring van de bestemmingsplannen woonwagenlocaties Ruitersbos laan en Jacob Catssingel zijn beroepen bij de Kroon ingesteld. Het beroep tegen het bestemmingsplan woonwagenstandplaatsen Ruitersboslaan is nog in behandeling, terwijl het bestemmingsplan woonwagenstandplaatsen Jacob Catssingel bij Koninklijk Besluit van 6 november 1985 onherroepelijk is geworden. Alle locaties zijn gerealiseerd. De benodigde bouwvergunningen zijn verleend, nadat - vooruitlopend op de definitieve goedkeuring van de bestemmingsplannen - verklaringen van geen bezwaar op grond van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 50 lid 8 van de Woningwet door Gedeputeerde Staten zijn verstrekt. Verzoeken om schorsing van deze beschikkingen op grond van de Wet Admini stratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen zijn door de voorzitter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State afgewezen. Ook de beroepschriften op grond van de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen tegen de beschikkingen van Gedeputeerde Staten (afgifte van verklaringen van geen bezwaar) en ons college (bouwvergunning) met betrekking tot de locaties Jacob Catssingel en Ruitersboslaan zijn ongegrond verklaard. Naar aanleiding van de realisering van woonwagenstandplaatsen zijn tot op dit moment 24 verzoeken om vergoeding van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening ingekomen. Over de voorliggende verzoeken is - zoals vermeld - advies uitgebracht door de schadebeoordelingscommissie 3. Artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening en de Procedure verordening planschadevergoeding Artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening luidt als volgt: "1. Indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende tengevolge van de bepalingen van een bestemmingsplan schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, ont eigening of anderszins is verzekerd, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. De schadevergoeding kan worden bepaald in geld of op andere wijze. 2. Tegen een besluit tot weigering of tot toekenning van een schadever goeding als bedoeld in vorig lid staat bij ons beroep open binnen één maand na de dag waarop het afschrift van het besluit verzonden is. 3. Het beroepschrift bevat de gronden, waarop het beroep rust." Op de inhoud en reikwijdte van deze bepaling komen wij hierna terug bij de beoordeling van de ontvankelijkheid en de inhoud (de "gegrondheid") van de verzoekschriften.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 165