gemeente Breda Bij bijlage nr. 734b
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 272, aanhef en onderdeel h, en 277,
eerste lid, aanhef en onderdeel b, ten eerste en ten derde, van
de gemeentewet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening op de heffig van een
recht wegens het gebruik of genot van voor de openbare dienst
bestemde grond of water, waarvan de gemeente de eigendom dan
wel het beheer en onderhoud heeft en voor het hebben van voor
werpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde ge
meentegrond of voor de openbare dienst bestemde gemeentewater.
A. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Voor het gebruik of genot van voor de openbare de
dienst bestemde grond of water waarvan de gemeente
de eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft
en voor het hebben van voorwerpen onder, op of bo
ven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater
wordt onder de naam van precariorechten op grond
van artikel 277 letter b, onder 1 en 3, van de
gemeentewet een recht geheven.
Artikel 2
Belastingplichtig is ieder:
a. die ter zake de vereiste vergunning heeft
verkregen of;
b. die gebruik maakt of het genot heeft van voor
de openbare dienst bestemde gemeentegrond of
water, waarvan de gemeente de eigendom dan wel
het beheer en onderhoud heeft of;
c. van wie, dan wel ten behoeve van wie,
voorwerpen onder, op of boven de voor de
openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor
de openbare dienst bestemd gemeentewater worden
aangetroffen.
Aard van
de heffing
Belasting
plicht