Bij lage. nr. 484 - 5 - De commissie is van oordeel dat van de aanleg van het woonwagencentrum wellicht in eniger mate een waardedrukkende werking uitgaat, doch bij vergelijking van de huidige waarde van het onroerend goed van belanghebben den met gerealiseerde verkoopprijzen van woningen in de directe omgeving daarvan is niet gebleken van een zodanige waardedrukkende werking, dat gesproken kan worden van excessieve schade, die redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van belanghebbenden behoort te blijven. De commissie adviseert het verzoek van belanghebbenden af te wijzen. Ad 2. Verzoekers stellen dat: - de waarde en het woongenot van hun onroerend goed door de aanleg van het woonwagencentrum aan de Jacob Catssingel zijn aangetast; - de woning niet meer tegen een aanvaardbare prijs is te verkopen (schade wordt begroot op 50.000, - dat van gemeentewege destijds bij de plannen tot aankoop van de woning gesteld zou zijn dat er geen plannen waren om bebouwing op het speel- en shotveld te realiseren. Advies schadebeoordelingscommissie Het onroerend goed van belanghebbenden is op aanvaardbare wijze gescheiden gelegen van het woonwagencentrum. De afstand bedraagt 22 meter en wordt daarvan gescheiden door de siertuin van 4 m breed, de Jacob Catssingel en een door de gemeente aangelegde, ook voorheen aanwezige, smalle groenstrook die de grens vormt tussen het woonwagencentrum en de Jacob Catssingel. Voor de aanleg van het woonwagencentrum hadden belanghebbenden in weste lijke richting uitzicht op de ook nu nog aanwezige groenstrook, waarachter zich een grasveld uitstrekte. De commissie is van oordeel dat van de aanleg van het woonwagencentrum wellicht in eniger mate een waardedrukkende werking uitgaat, doch bij vergelijking van de huidige waarde van het onroerend goed van belangheb benden met gerealiseerde verkoopprijzen van woningen in de directe omgeving daarvan is niet gebleken van een zodanige waardedrukkende werking, dat gesproken kan worden van excessieve schade, die redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van belanghebbenden behoort te blijven. De commissie adviseert het verzoek van belanghebbenden af te wijzen. Ad 3. Verzoekster stelt dat; - door de realisering van het woonwagencentrum aan de Jacob Catssingel het pand Jacob Catssingel 23 in 1984 bij verkoop aanzienlijk minder opgebracht heeft, dan indien het vrije uitzicht gehandhaafd was gebleven en er geen woonwagencentrum gerealiseerd was geworden (wordt begroot op 1 40.000,a 50.000, Advies schadebeoordelingscommissie Het voormalige onroerend goed van belanghebbende is op aanvaardbare wijze gescheiden gelegen van het woonwagencentrum. Vanuit deze woning is er geen direct uitzicht op dit woonwagencentrum, daar de woning tegenover de Jan Ligthartschool is gelegen, op een afstand van i 30 m van de locatie. De commissie is van oordeel dat van het woonwagencentrum geen of nagenoeg geen waardedrukkende werking is uitgegaan bij de onderhandse verkoop van de woning ter voorkoming van een executoriale verkoop, alsmede is gebleken uit overige gerealiseerde verkoopprijzen van woningen in de directe omgeving van het woonwagencentrum. De voor de woning gerealiseerde prijs is mede veroorzaakt door de zéér matige onderhoudstoestand van de woning.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 168