gemeente Breda De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit Artikel 1 Bij bijlage 734c Aard van de Ter zake van het gebruik overeenkomstig de heffing bestemming van de gemeentelijke riolering wordt onder de naam "rioolrecht" een recht geheven genaamd 1. rioolrecht A wegens het lozen van 0 tot 1.000 m3 water per jaar en 2. rioolrecht B wegens het lozen van 1.000 of meer m3 water per Jaar. Artikel 2 Belasting plicht 1. Voor het rioolrecht A en B zijn beslasting- plichtig zij, die een gebouw gebruiken, dat op de riolering van de gemeente is aangesloten. Onder een gebouw wordt mede verstaan dat gedeelte van een gebouw, dat zijn begrenzing vindt in de kleinst mogelijke eenheid van een gebouw, waarvan een zelfstandig gebruik gemaakt kan worden en waarvoor een afzonderlijke gas- en/of elektrici teitsmeter is geplaatst. 2. Wie als gebruiker van een gebouw moet worden aan gemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Artikel 3 Belasting/ 1. Het belastingjaar voor het rioolrecht B is jaar/kalender- gelijk aan het kalenderjaar. maand 2. Onder een maand wordt verstaan een kalendermaand. Artikel 4 Grondslag der 1. a. Het rioolrecht A wordt per gebouw geheven belasting naar het aantal m3 water dat door een ge bruiker van een gebouw in het voorlaatst beëindigde verbruiksjaaris afgenomen van de N.V. Energie en Waterbedrijf Breda of van de Waterleiding Mij. Noord-West-Brabant N.V. te Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1697