Bij bijlage 734d
6. De in het eerste, derde of vierde lid bedoelde be
groting van kosten wordt door of vanwege burge
meester en wethouders vastgesteld, uitgaande van
de door de aanvrager over te leggen raming, teke-
ning(en) en bestek(ken). Bij deze vaststelling
wordt gehanteerd het bepaalde bij artikel 15, der
de lid, onder e, van de bouwverordening. Bij de
vaststelling van de begrote kosten is de aftrek
der belasting, bedoeld in artikel 2, juncto arti
kel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968, uit-
gesloten. Bij nota wordt door of namens burgemees
ter en wethouders aan de aanvrager kennis gegeven
van deze vaststelling. Indien de bij de aanvrage
om vergunning overgelegde begroting van kosten on
juiste gegevens bevat, wordt het bedrag van de
geraamde kosten alsnog overeenkomstig de bouwver
ordening vastgesteld op een bedrag dat in overeen
stemming moet worden geacht met de reële bouwkos
ten en worden de leges naar dat bedrag berekend.
7. Indien de in het eerste, derde en vierde lid be
doelde vergunning, voordat daarvan gebruik is ge
maakt binnen een jaar na dagtekening, wordt inge
trokken om redenen bij de vergunninghouder gele
gen of ambtshalve wordt ingetrokken op grond van
artikel 52 van de Woningwet wordt aan leges bere
kend 3/8 deel van hetgeen krachtens het eerste
lid verschuldigd is, met een minimum van f 39,05
in voorkomende gevallen vermeerderd met het be
drag dat op grond van het bepaalde in het vijfde
lid is verschuldigd.
8. Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend
wordt aan leges geheven f 47,95.
Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend
en het verzoek om vergunning is gepubliceerd in
een of meer dagbladen wordt bovendien het in lid 5
bedoelde bedrag aan leges geheven van f 208,95.
9. De leges bedragen voor het afgeven van een vergun
ning als bedoeld in artikel 56a van de Woningwet
splitsingsvergunning)
per appartement f 31,75
met een minimum van f 319,40
- 20 -