- 7 -
Bijl.nr. 686
15. Uiterlijk vóór 1 april 1988 zal een voorstel met betrekking tot de
parkeersituatie van de binnenstad worden voorgelegd.
16. In 1988 zal een beleidsplan met uitvoeringsprogramma's aan Uw raad
worden gepresenteerd met betrekking tot de buurt- en wijkwinkelcentra.
17 a. Een evaluatie van de door Uw raad in 1982 vastgestelde beleidsnota
"perifere detailhandel" met zonodig een bijgesteld beleidsplan zal eind
1988 worden gepresenteerd,
b. Zonodig zullen Uw raad op korte termijn nadere voorstellen worden gedaan
om in afwachting van de besluitvorming over de onder a. bedoelde evalua
tie over een beleidskader te beschikken voor het toelaten c.q. afwijzen
van perifere detailhandelsvestigingen.
IV. Beleid gericht op de bevordering van het toerisme
De toeristische sektor is gezien de ligging van Breda met een zeer aantrekke
lijke omgeving, als grensplaats en in de nabijheid van de randstad verder te
versterken. Ook de kombinatie van historisch binnenstadscentrum met hoge
belevingswaarde en de kwaliteit van het kernwinkelapparaat maakt Breda aan
trekkelijk voor de toeristisch-rekreatieve sektor. Wij willen bij de verdere
ontwikkeling eveneens specifieke aandacht besteden aan de stadsrand-ontwikke
lingen, zoals de Galderse Meren en de (toekomstige) Asterdplas en in het
verlengde daarvan het "Vaarrouteplan Binnen Wateren West-Brabant"In het
licht van een toenemend aantal hoofd- en nevenvestigingen in de kommerciële
dienstensektor en "Breda: Brabants Toeristenstad", zullen wij de vergader-,
kongres- en hotelfunktie van Breda stimuleren middels een gericht voorwaar
denscheppend beleid.
Tot nu toe is van een weinig gerichte en gebundelde aanpak inzake stimulering
van het toerisme sprake geweest. De ontwikkeling van een toeristisch beleid is
niet verder gekomen dan een summiere aanzet. Wel participeert de dienst
Economische Zaken en Werkgelegenheid in overlegstrukturen waaraan eveneens de
V.V.V., de Kamer van Koophandel en het desbetreffende bedrijfsleven deelnemen,
doch van een geïntegreerde aanpak vanuit een duidelijk gemeentelijk beleidska
der kan niet worden gesproken. Wel hebben wij ons steeds positief opgesteld
ten aanzien van initiatieven en hebben wij ons partner getoond bij het entame
ren van konkrete initiatieven die de positie van Breda als toeristenstad
versterken.
Hoewel wij het belang van de toeristische sektor voor Breda - een stad sterk
onder invloed van de onmiddellijke nabijheid van grote bevolkingskonsentr%ties
- ook in het belang van de werkgelegenheid terdege inzien is binnen de be-
beschikbare kapaciteit slechts een beperkte inzet mogelijk.
Deze kapaciteit zullen wij dan ook in voorwaardenscheppende zin zoveel moge
lijk inzetten. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het voorzien in
voldoende ruimte ten behoeve van toeristisch-rekreatieve projekten, een
voldoende infrastruktuurhet verschaffen van gegevens ten behoeve van een
nadere positiebepaling van de stad Breda terzake, waarbij eveneens .een aktieve
opstelling zal worden gekozen met betrekking tot initiatieven van derden. Ook
het stimuleren van gericht overleg tussen gemeentelijke diensten, V.V.V.,
bedrijfsleven en instellingen rekenen wij daartoe.
Om de grote verscheidenheid van met het toerisme samenhangende zaken te kunnen
overzien en met het voorwaardenscheppend beleid daarop effektief te kunnen
inspelen achten wij het noodzakelijk dat er een duidelijker beleidsvisie op