aan de raad der gemeente Breda Wlz/871^57 O Bij principe-besluit van 28 Januari 1987 zijn wij akkoord gegaan met het ontwerp voor een aan de nieuwe onderwijswetgevlng aangepaste afvloeiingsregeling voor het gemeentelijk basis- en speciaal onderwijs. Conform dat besluit is ter zake overleg gepleegd met de betreffende personeelsvakorganisaties; voorts is advies ingewonnen van de betrokken medezeggenschapraden Van de vakorganisaties heeft het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL) zich - bij gebreke van belanghebbende leden - onthouden van advies; gaat de Algemene Bond van Onderwijsgevend Personeel (ABOP) akkoord met de voorgestelde regeling; opteert de Katholieke Onderwijs Vakorganisaties (KOV) voor een "diensttijd" doorgebracht bij het bevoegd gezag, zij het dat het in de "nieuwe" regeling gehanteerde en bij de rijksregeling aansluitende "diensttijdbegrip" als een aanvaardbaar alternatief wordt beschouwd; Vier van de zeven betrokken medezeggenschapsraden stemmen in met de voorgestelde regeling; de overige porteren voor een afvloeiingsregeling waarin de diensttijd aan de eigen school extra wordt meegeteld. Hoewel dit op het eerste gezicht begrijpelijk lijkt bestaan er echter bezwaren tegen een afvloeiingsregeling waarin het personeel aan de eigen school een bepaalde bescherming geniet. Zowel voor het gemeentelijk voortgezet onderwijs als voor het gemeentelijk voortgezet speciaal onderwijs vigeert een afvloeiingsregeling waarin de diensttijd aan de eigen school extra wordt gewaardeerd in de vorm van een vermenigvuldigings factor. De betreffende regelingen tenderen niet naar een andere visie, doch zijn tot stand gekomen op grond van specifieke omstandigheden, verband houdende met de diversiteit van de onderwijssectoren. Uit een oogpunt van een verantwoord personeelsbeleid is getracht de belangen van de diverse onderwijssoorten en die van de betrokken onderwijsgevenden zo objectief mogelijk tegen elkaar af te wegen. Ten opzichte van het primair onderwijs heeft dat zijn weerslag gevonden in een bij het model van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aansluitende genormaliseerde afvloeiingsregeling, waarin voor de diensttijd aan de eigen school geen extra waarde wordt toegekend. Hierbij gesteund door de betreffende vakorganisaties en de meerderheid van de betrokken medezeggenschapsraden stellen wij Uw Raad voor deze regeling met onmiddellijke ingang vast te stellen, met gelijktijdige intrekking van de bestaande regeling, neergelegd in artikel 60 van het "Ambtenarenreglement voor onderwijzers 19^8". Het ontwerp-besluit gaat ter vaststelling hierbij. Voorstel van burgemeester en wethouders tot invoering van een nieuwe afvloeiingsregeling voor het openbaar basis- en speciaal onderwij s

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1776