g. tijdelijke aan
stelling: aanstelling in tijdelijke dienst voor bepaalde
tijd;
h. afvloeiing: tussentijds ontslag uit een tijdelijk
dienstverband dan wel ontslag uit een vast
dienstverband op grond van opheffing van de
school of wegens zodanige veranderingen in de
inrichting van het onderwijs, dat de werkzaam
heden van een of meer onderwijsgevenden
overbodig worden;
i. protocol
een voor de desbetreffende school opgestelde
lijst die de onderlinge afvloeiingsvolgorde op
basis van de "oude afvloeiingsregeling"
aangeeft van de op 30 september 1987 in vaste
dienst aan die school verbonden onderwijsgeven
den;
j. "oude" afvloei
ingsregeling:
afvloeiingsregeling neergelegd in het
"ambtenarenreglement voor onderwijzers 19^8";
k. kort-tIJ delljken
niet tot de reguliere formatie behorende
onderwijsgevenden aangesteld ter vervanging
van afwezigen.
Artikel 2 Afvloellngsvolgorde
1. Afvloeiing van overbodige onderwijsgevenden geschiedt met
inachtneming van het in het tweede en derde lid bepaalde in de
volgende volgorde:
a. onderwijsgevenden aangesteld in tijdelijke dienst, met
uitzondering van de aangestelden die tijdelijk afwezig
personeel vervangen, zoals hieronder is aangegeven onder b. en
c.;
-2-