Bij bijlage nr. 741
- 4 -
3. De gemeente zal zich inspannen de voor de te bouwen woningen noodzake
lijke premiecontingenten ter beschikking te stellen van de koper.
4. Ingeval bezwaar- en/of beroepschriften c.q. andere rechtsmaatregelen
van derden de tijdige verlening van de vereiste vergunningen beletten
of er oorzaak van zijn dat deze niet tijdig onaantastbaar zijn, zal de
gemeente de koper direct daarvan in kennis stellen en zullen zij met
elkaar overleggen ter voorkoming c.q. beperking van daardoor ontstane
vertraging en/of schade.
5. De koper verplicht zich de koopsom te voldoen binnen twee maanden nadat
gem mededeling is gedaan van het feit, dat de gemeenteraad het onder
havige besluit heeft genomen.
6. Behoudens in de gevallen, dat de voor de te bouwen woningen benodigde
grond nog niet bouwrijp is of voor de te bouwen woningen nog geen
bouwvergunning is verleend, is de koper verplicht de woningen, uiter
lijk 1 maand na de datum van afgifte van de beschikking, daadwerkelijk
in aanbouw te nemen en deze uiterlijk achttien maanden nadien op te
leveren.
7. Ingeval de koper de hem in de vorige bepaling opgelegde verplichting
niet nakomt, verbeurt hij aan de gemeente een direct opeisbare en niet
voor matiging vatbare boete van 50,(zegge: vijftig gulden) per
woning voor elke dag dat de niet-nakoming voortduurt, onverminderd de
bevoegdheid van de gemeente in rechte nakoming en/of vergoeding van
(meerdere) schade, kosten en interessen te vorderen.
8. De gemeente geeft bij verkoop van de bouwgrond geen zogenaamde "gif-
vrij" of "schone grond" verklaringen af, doch handelt conform de op 31
oktober 1984 gepubliceerde gedragslijn van de gemeente Breda ten aan
zien van vrijwaringsclausules bodemverontreiniging, die koper bekend is.
9. In geval van verkoop van bouwgrond ten behoeve van de bouw van gesubsi
dieerde woningen, zal de gemeente de van overheidswege voorgeschreven
bodemonderzoeken laten verrichten en zal de gemeente de resultaten
daarvan aan de koper bekend maken.
10. Bij ingebruikname van de bouwgrond wordt de koper geacht deze volledig
te kennen en deze te aanvaarden als bouwrijpe grond, zodat hij alsdan
geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van enigerlei schade
wegens structuur, gesteldheid, verontreiniging enz. van de bodem.