SOS
aan de raad der
gemeente Breda
V AJ-s"
Bijlage nr. 7^9
P/8715378
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststellen van een
gewijzigde algemene bezoldigings
verordening en tot wijziging van
het Algemeen amtenarenreglement
Naar aanleiding van het besluit van Uw raad van 10 november
1983 tot wijziging van de Algemene bezoldigingsverordening (her
ziening Ubink-normen) met ingang van 1 januari 1984 hebben Gede
puteerde Staten van Noord-Brabant, mede namens de minister van
binnenlandse zaken, een aantal wijzigingen in genoemde verorde
ningen in overweging gegeven.
Hoewel de gemeente autonoom is met betrekking tot het vaststel
len van rechtspositie-regelingen voor het personeel in dienst
van de gemeente, is op grond van artikel 126 van de Ambtenaren
wet 1929 de Kroon, i.e. de minister van binnenlandse zaken,
bevoegd tot het geven van aanwijzigingen en, bij niet opvolgen
van die aanwijzingen, tot het uiteindelijk zelf vaststellen van
de gewenste regeling.
Naar aanleiding van de herziening van de Ubink-normen en de in
verband daarmee noodzakelijke ingrijpende wijziging van de
bezoldigingsverordening heeft het centraal orgaan (thans col
lege voor arbeidszaken) een voorbeeldverordening uitgegeven.
Mede met het oog op streven naar uniformiteit en de aansluiting
bij de door het college van Gedeputeerde Staten gevraagde wijzi
gingen, is deze voorbeeldverordenng als uitgangspunt genomen
voor de thans voorgestelde wijziging.
De gewijzigde verordening heeft, mede in verband met de
overgangsbepaling, geen consequentie voor de betaling van in
dienst zijnd personeel.
De commissie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken en de
commissie personeel, organisatie en automatisering kunnen zich
met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda
F.M. Feij
burgemeester.
H.S. van
secretaris
9
v