Artikel 2
aanvang/einde 1. Het recht op bezoldiging vant aan met de dag waar
bezoldiging op de aanstelling van de ambtenaar ingaat.
Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van
ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging
aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in
dienst is getreden.
2. Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van
ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag
ingaat
Artikel 3
Wanneer het salaris, een emolument of een toelage
moet worden berekend over een gedeelte van een
maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door
het maandbedrag te delen door het aantal
kalenderdagen van die maand,
b. Indien een vergoeding wordt gebaseerd op het
salaris per dag, wordt uitgegaan van het 1/22
gedeelte van het salaris per maand.
Artikel
salarisschalen De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet
bij of krachtens de wet is geregeld, worden
vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen
opgenomen in de bij deze verordening behorende
bijlage.
berekening
over gedeelte
van een maand
voor ambte
naar geldende
schaal
salaris bij
in dienst
treden
Artikel 5
1. Burgemeester en wethouders bepalen met inacht-
van de resultaten van een functiewaarderingsonder-
zoek en aan de hand van de vastgestelde conversie
de voor de ambtenaar geldende salarisschaal,
tenzij zijn wijze van functioneren daartegen
verzet
2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels
stellen met betrekking tot de uitvoering van een
functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te
hanteren methode.
3. Anders dan bij wijze van displinaire straf, als
bedoeld in het Algemeen ambtenarenreglement, kan
zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar
geen salarisschaal gaan gelden met een lager
maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem
geldende salarisschaal.
Artikel 6
1. Bij aanstelling kennen burgemeester en wethouders
de ambtenaar het salaris toe dat:
a. wanneer hij 21 jaar of ouder is, in de voor
hem geldende salarisschaal is vermeld achter
het salarisnummer 0;
- 2 -