- 19 -
Bijlage nr. 484
Over de hiervoor vermelde verzoeken waarover de schadebeoordelingscommissle
tot toekenning van excessieve schade concludeert, merken wij het volgende
op.
Zoals hierboven al is gesteld dient de aanleg van een woonwagencentrum als
een normale maatschappelijke ontwikkeling te worden beschouwd.
Bovendien dient er op te worden gewezen dat op grond van constante juris
prudentie aan een bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden
ontleend.
Ook wordt gewezen op de uiterst zorgvuldige wijze waarop de gemeente tot
spreiding van woonwagenlocaties over het gemeentelijk gebied is gekomen.
Verwezen wordt naar de rapportage van maart 1981. In deze rapportage is
nagegaan welke mogelijke locaties in aanmerking komen voor inrichting van
een woonwagencentrum. Alle beschikbare locaties binnen de gemeente zijn
vervolgens getoetst aan een aantal ruimtelijke en sociale criteria, waarbij
er bovendien naar is gestreefd de woonwagenlocaties zo evenredig mogelijk
over het gemeentelijk gebied te spreiden. De potentiële locaties zijn in
deze rapportage zorgvuldig en systematisch beoordeeld.
Ook wordt er op gewezen dat de locaties aan de Jacob Catssingel en aan de
Ruitersboslaan tot stand zijn gekomen met een rijksbijdrage op grond van de
financiële rijksbijdrageregeling van het ministerie van V.R.O.M.
Hieruit kan worden geconcludeerd dat deze locaties voldoen aan de desbetref
fende richtlijnen van het ministerie van V.R.O.M. Het voldoen aan deze
richtlijnen is immers voorwaarde voor de toekenning van deze rijksbijdrage.
Over de locatie aan de Jacob Catssingel en de onder 1 t/m 3 genoemde
verzoeken tot schadevergoeding merken wij nog het volgende op.
Dit woonwagencentrum is van de onderhavige woningen gescheiden door de
voortuin, de Jacob Catssingel en de ook voorheen aanwezige groenstrook
tussen de ventweg lang het woonwagencentrum en de Jacob Catssingel.
Geconcludeerd kan worden dat dit woonwagencentrum op een aanvaardbare wijze
van de desbetreffende woningen is gescheiden.
Ook de ligging van de voormalige woning van de onder 2., genoemde verzoeker
tegenover de aansluiting van de ventweg langs het woonwagencentrum op de
Jacob Catssingel kan niet leiden tot de conclusie dat sprake is van schade
als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Immers ook
de ontsluiting van een woonwagencentrum dient als een normale maatschappe
lijke ontwikkeling beschouwd te worden.
Over de locatie aan de Ruitersboslaan en over de onder 4 t/m 11 genoemde
verzoeken merken wij het volgende op.
Naar onze mening is de schadebeoordelingscommissie onvoldoende ingegaan op
de bebouwingsmogelijkheden op grond van het vigerende bestemmingsplan.
Na vrijstelling van burgemeester en wethouders is o.a. op de gronden waarop
thans het woonwagencentrum is gerealiseerd, bebouwing mogelijk.
Op het hele gebied grenzend aan de Montenslaan en de Ruitersboslaan met de
bestemming sportdoeleinden is - na vrijstelling van burgemeester en wet
houders - bebouwing mogelijk tot een van het gebied met deze bestemming.
Dit betekent dat op deze gronden bebouwing mogelijk is tot ca. 500 m2.