aan de raad der
gemeente Breda
OW/8701340
Bijlage nr. 487
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het sluiten van een convenant met de
woningbouwverenigingen St. Joseph,
St. Laurentius en de Algemene Woningbouw
vereniging Breda e.o., o.a. met betrekking
tot de voorlopige verdeling van de woning
bouw- en verbeteringscontingenten in de
sociale sector voor de Bredase corporaties.
De procedure tot verzelfstandiging van het gemeentelijk woningbedrijf is het
afgelopen anderhalf jaar in een stroomversnelling gekomen.
In de loop van de 2e helft van 1985 zijn de corporaties gevraagd hun mede
werking aan de verzelfstandiging te verlenen.
Dit verzoek had een brief van het Permanent Kontakt Orgaan van de Bredase
woningbouwverenigingen tot gevolg gedateerd 28 november 1985*.
In deze brief worden door de gezamenlijke woningbouwverenigingen een aantal
voorwaarden gesteld op grond waarvan de gevraagde medewerking zal worden
verleend.
Beantwoording heeft plaatsgevonden bij brieven van 11 maart 1986 en
15 mei 1986 naar de inhoud waarvan kortheidshalve wordt verwezen.
De contingentenverdeling over de corporaties, ook de nieuwe, behoefde nog
een regeling.
In uw vergadering van 26 juni 1986 heeft u besloten met de "oude" corporaties
een raamovereenkomst aan te gaan. Hierin wordt de gezamenlijke aanpak van
het volkshuisvestingsbeleid met name in stadsvernieuwingsgebieden en het
instellen van een beleidsoverleg met de woningbouwverenigingen geregeld.
In februari 1986 was hierover reeds principe-overeenstemming met de woning
bouwverenigingen bereikt.
Voor wat betreft het beleidsoverleg is reeds sinds maart 1986 op basis van
de bepalingen van de concept-overeenkomst vergaderd.
De ondertekening van de raamovereenkomst is door het P.K.O. afhankelijk
gesteld van evengenoemde afspraken met betrekking tot de contingentenverdeling.
Voorts is het de wens van de woningbouwverenigingen deze afspraken, zoals
weergegeven in evengenoemde brieven, vast te leggen in een convenant.
Het concept van dit convenant treft u hierbij aan.
Met betrekking tot de contingentenverdeling zijn de volgende uitgangspunten
vastgelegd.
A. Nieuwbouw
1. Voor 1987 lagen feitelijk de afspraken al vast.
Ter zake wordt verwezen naar het verslag van de P.K.O.-bouwcommissie
dd. 26 juni 1986.
2. Voor 1988 en 1989 wordt een principeverdeling gemaakt van 10% van
het nieuwbouwcontingent voor de Woningbouwvereniging St. Laurentius
en de Algemene Woningbouwvereniging en 40% voor de woningbouw
verenigingen St. Joseph en Volkshuisvesting Breda.
Dit laatste is gedaan om beide woningbouwverenigingen een bijdrage
te leveren om hun algemene bedrijfsreserves op te kunnen bouwen.