aan de raad der
gemeente Breda
T
F/871 7556
cnnr?
Bijlage nr. 800
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het vaststellen van
de voorwaarden, waaronder de
gemeente garant staat voor de
betaling van rente en aflossing
van aangetrokken geldleningen,
voor zover deze leningen door in
Breda gevestigde corporaties wor
den afgesloten.
Financiering woningbouw
De bouw van huurwoningen in de sociale sector wordt in Breda
gedaan door 3 corporaties en het gemeentelijk woningbedrijf
(waarbij voor de laatste het beheer is bij de corporatie i.o.
Volkshuisvesting Breda)
Voor een gedeelte van de nieuwbouw verstrekt het rijk aan de
gemeente leningen die op haar beurt doorleent aan de corpora
ties (onder gelijke voorwaarden).
Voor een ander deel van de nieuwbouw dienen de corporaties zelf
leningen aan te trekken op de kapitaalmarkt.
Het is gebruikelijk dat de gemeente zich garant verklaart voor
die leningen. Op haar beurt verstrekt het rijk de gemeente con
tragarantie
De financieringsbehoefte die er momenteel bestaat bij de
corporaties (contingent '87) vertoont het volgende beeld:
St. Joseph 25 miljoen
St. Laurentius 16 miljoen
Algemene 9 miljoen
Woningbedrijf 14 miljoen
64 miljoen
Het betreft in alle gevallen financiering met klimleningen.
Het zal U bekend zijn dat alle Nederlandse corporaties de
laatste tijd moeite hebben met het aantrekken van leningen. De
grote beleggers (verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen)
zijn aarzelend wat betreft het beleggen van hun vermogen in de
woningbouw. Dit kan voor een belangrijk deel verklaard worden
door de opstelling van de rijksoverheid. Deze zal namelijk van
af 1988 in het geheel geen leningen meer beschikbaar stellen
aan gemeenten (dus aan de corporaties) zodat het gehele nieuw-
bouwprogramma op de kapitaalmarkt moet worden gefinancierd.
(Zie bijlage 1 met de betreffende passage uit de begroting van
het ministerie van VROM voor 1988*).