3. De woningbouwverenigingen streven er naar een
vergelijkbaar systeem te ontwikkelen voor de weergave
van de technische onderhoudstoestand van de
woningen en een vergelijkbaar systeem voor het opzetten
van de meerjaren-onderhoudsbegroting. De
woningbouwverenigingen verbinden zich hiermede in het
jaar 1987 een begin te maken. De uitkomsten
hiervan zullen dienen als basis voor de jaarlijkse
verdeling van het voor de gezamenlijke
woningbouwverenigingen beschikbaar gestelde gedeelte
van de aan de gemeente toegewezen contingenten,bestemd
voor de verbetering van huurwoningen.
4. De gemeente zal met inachtneming van het bepaalde in
dit covenant de contingenten ten behoeve van de sociale
woningbouw uitsluitend aan de Bredase
woningbouwverenigingen toewijzen
Artikel 5 Positie nieuwe
woningbouwvereniging
De gemeente zal bij de overdracht van haar woningbezit
jegens de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda
bedingen,dat voormelde vereniging zich zal gedragen met
inachtneming van het bepaalde in dit convenant en de
hiervoor vermelde raamovereenkomst.
Artikel 6_ Geschillenregeling
Alle geschillen, die naar aanleiding van dit convenant zijn
ontstaan zullen voor partijen worden beslecht bijwege van
bindend advies. Dit bindend adsvies zal worden gegeven door
een door de gezamenlijke woningbouwverenigingen en
burgemeester en wethouders van de gemeente in overleg
aan te wijzen bindend adviseur. Worden zij het over de
persoon van de bindend adviseur niet eens,dan wijzen zowel
de gezamenlijke woningbouwverenigingen, als burgemeester en
wethouders van de gemeente ieder een bindend adviseur aan,
die in onderling overleg een derde bindend adviseur
aanwijzen. In het laatste geval wordt het bindend advies
door deze drie bindend adviseurs gegeven.
Artikel 7 Evaluatie convenant
Dit convenant zal uiterlijk 5 jaar na het moment van
ondertekening worden geevalueerd, op basis waarvan dit
convenant zo nodig zal worden aangepast.
- 5 -
Bij bijlage nr. 487