Bijlage nr. 421 Gelet op genoemde ontwikkelingen kan thans worden begonnen met de realisering van het voornemen om te komen tot een verbetering van de brandveiligheidssituatie in bejaardenoor den. De zo te noemen juridische instrumenten die ons hiertoe thans ter beschikking staan, de Bouwverordening, de Brandbe veiligingsverordening e.d., zijn echter ontoereikend. Het is noodzakelijk, dat de Brandbeveiligingsverordening zodanig wordt gewijzigd, dat de bejaardenoorden onder de werkings sfeer daarvan komen te vallen (zie de artikelen II en III ontwerp-besluit-A)Alsdan kunnen wij zo nodig de exploi tanten van bejaardenoorden verplichten eventueel noodzake lijk geachte aanvullende brandveiligheidsvoorzieningen te treffen. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft geadviseerd *tot wijziging van de verordening in deze zin. Gelijktijdig met deze wijziging dienen door Uw raad de tech nische eisen opgenomen in voornoemde "aanbeveling" te worden toegevoegd aan de verordening en wel in de vorm van tabel 6a. Zie hiervoor artikel I van ontwerp-besluit A en ontwerp besluit B. Overigens maken wij van de gelegenheid gebruik U voor te stellen artikel 71achtste lid, van de verordening (waarin ten onrechte overeenkomstig het model een verwijzing naar het niet-bestaande tweede lid van artikel 48 is vermeld) te cor rigeren, (zie artikel IV ontwerp-besluit-A) Ook achten wij het wenselijk om de verordening gedeeltelijk aan te passen aan de op 1 maart 1985 in werking getreden Brandweerwet 1985 (zie artikel V ontwerp-besluit-A). Ter toelichting hierop merken wij op, dat ingevolge artikel 23 van de Brandweerwet 1985 op overtreding van de Brandbe veiligingsverordening als straf gesteld kan worden: - hechtenis van ten hoogste èèn jaar; of - geldboete van (ten hoogste) de derde categorie(f10.000,-) Gelet op de vergaande belangen die hier in het geding zijn achten wij een keuze voor de maximale strafbedreiging alles zins gerechtvaardigd. Overigens legt de rechter in de con crete gevallen binnen de hiervoor aangeduide grens de uit eindelijke straf op. Bovendien merken wij op, dat de thans geldende Brandbeveili gingsverordening op 25 februari 1980 door Uw raad is vastge steld op grond van het toen geldende artikel 174 bis van de gemeentewet. Bij de Brandweerwet 1985 is bepaald, dat deze grondslag is komen te vervallen, maar bij wijze van over gangsmaatregel bepaalt artikel 24, dat de Brandbeveili gingsverordening van kracht blijft voorzover deze niet in strijd is met het bepaalde in de thans geldende wet. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 20