aan de raad der 9em§eg|eBreda 9507 7-1-1987 Bijlage nr. 443 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de Regeling vergoeding raadsleden Ingevolge de Regeling vergoeding raadsleden c.a.* ontvangen de leden van de raad naast een vergoeding voor hun werkzaamheden, tevens een bedrag als tegemoetkoming in de kosten. De tegemoetkoming in de kosten is in 1986 voor het eerst in maandelijkse termijnen uitbetaald. Genoemde Regeling schrijft echter in artikel 4 voor, dat de tegemoetkoming eenmaal per jaar - in de maand april - zal worden uitbetaald. Mede in verband met mogelijke tussentijdse wijzigingen in de samenstelling van de gemeenteraad is het gewenst om de onkostenvergoeding eveneens maandelijks, dat wil zeggen gelijktijdig met de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden te blijven uitbetalen. Wij stellen U hierbij dan ook voor om de genoemde Regeling zodanig te wijzigen, dat uitbetaling per maand van de onkostenvergoeding gecontinueerd kan worden. Ingevolge genoemde Regeling ontvangen de leden van commissiesdie niet tevens raadslid zijn, een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van die commissies (presentiegelden). Deze presentiegelden bedragen sedert 1983: - voor bestuurscommissies: f 100,per lid, per bijgewoonde vergadering; - voor andere commissies f 40,per lid, per bijgewoonde vergadering. Voor 1987 dient de hoogte van deze presentiegelden nog te worden vastgesteld Op grond van voormelde gegevens komt het ons mede uit praktische overwegingen gewenst voor, om de hoogte van de presentiegelden voor een langere periode dan èèn jaar vast te stellen. Bedoelde langere periode zou naar wij menen, zonder enig bezwaar nagenoeg gelijk kunnen zijn aan een raadsperiode. De huidige zittings periode van Uw raad loopt op 27 april 1990 ten einde. De gemeente raad blijft bevoegd om, wanneer dit om welke reden dan ook wense lijk of nodig wordt geoordeeld, tot een tussentijdse aanpassing van het presentiegeld te besluiten. Dit zou met name noodzakelijk zijn, wanneer de hoogte van de presentievergoedingen zou uit stijgen boven de krachtens de gemeentewet toegestane - jaarlijks te herziene - maximumbedragen. Voor 1987 zijn deze bedragen bepaald op f 155,Wij zullen U alsdan tijdig voorstellen om de geldende bedragen aan te passen. C 8.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 30