gemeente Breda
Bij bijlage nr. 499
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 277 van de gemeentewet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de
verordening reinigingsrechten 1984:
Artikel 1
Het bepaalde bij artikel 5, derde lid onder A en B wordt ge
schrapt
Artikel II
In plaats daarvan wordt vastgesteld een nieuw artikel 5, derde
lid, onder A en B, luidende:
3Huisvuil dienst
A. Voor het in route van de vuilnisophaaldienst ophalen en
afvoeren van vuilnis, aangeboden in door de gemeente goed
gekeurde plastic zakken tot een maximum van 6 zakken, per
ophaalbeurt of door de gemeente verstrekte minicontai-
ners, wordt geheven:
1. f 125,40 per jaar voor gebouwen en percelen, c.q.
gedeelten hiervan, ten aanzien waarvan (ingevolge de
Algemene voorwaarde ENWA Breda 1986 van de N.V.
Energie- en Waterbedrijf Breda), het elektriciteits
verbruik betrekking heeft op huishoudelijk verbruik;
2. f 250,80 per jaar voor gebouwen en percelen, c.q.
gedeelten hiervan, ten aanzien waarvan (ingevolge de
Algemene voorwaarde ENWA Breda 1986 van de N.V. Ener
gie- en Waterbedrijf Breda), het elektriciteitsver
bruik betrekking heeft op gemengd verbruik, bedrijfs-
verbruik of verbruik voor bijzondere doeleinden;
3. bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van
het belastingjaar bedraagt het te vorderen bedrag
zoveel twaalfde gedeelten van de in artikel 5, lid 3,
sub A, genoemde tarieven als overeenkomen met het na
deze aanvang nog in het belastingjaar resterende
aantal volle maanden;
4. bij de beëindiging van de belastingplicht in de loop
van het belastingjaar bedraagt het te vorderen bedrag
zoveel twaalfde gedeelten als overeenkomen met het