heden moeten alsnog worden onderzocht.
De door de Heemkundige Kring Breda ingebrachte bezwaren kunnen
als volgt worden samengevat:
h. Sunny Cottage verkeert in een goede staat en is van monumenta
le waarde. Verwijst in dit verband naar de adviezen van de ge
meentelijke monumentenadviesraad
i. Er is twijfel over de vraag of er serieus is gezocht naar al
ternatieve bestemmingsmogelijkheden.
j. De schadeclaims zijn niet onderzocht. Nog afgezien daarvan
dienen de consequenties door de gemeente te worden aanvaard,
k. Aan iedere eigenaar van een monument wordt op deze manier de
gelegenheid geboden om door het dreigen met een forse schade
claim een monumentaal pand te kunnen slopen.
Tenslotte een samenvatting van de bezwaren van de Bond Heemschut:
1. Onderschrijft de bezwaren, welke zijn ingebracht door de Heem
kundige Kring Breda,
m. Tussen plaatsing en afvoering hebben zich geen gewijzigde om
standigheden voorgedaan, welke een afvoering kunnen rechtvaar
digen. De omvang van een mogelijke schadeclaim was reeds ten
tijde van het plaatsingsbesluit bekend,
n. De eigenaar heeft naar waarschijnlijkheid nimmer ernstig on
derzocht in hoeverre het pand een financieel gezonde herbe
stemming kan krijgen.
Overwegingen
bezwaren__a_._ en_h_.
Voor wat betreft" de monumentale waarde van het pand bestaat er
geen wezenlijk verschil van mening tussen de opvattingen daarover
van ons college, de gemeentelijke monumentenadviesraad en appel
lanten. In het besluit tot afvoering staat letterlijk te lezen,
dat de monumentale waarde en de beschermenswaardigheid van het
pand voldoende vaststaan en een volwaardig deel behoren uit te
maken van de belangenafweging, welke in het kader van de beoorde
ling van het verzoek tot afvoering zal plaatsvinden.
De door appellanten gebruikte kwalificatie "landelijk topmonu-
ment" zal vooral zijn ingegeven door hun subjectieve oordeel en
appreciatie over, respectievelijk van, de monumentale waarde van
Sunny Cottage.
b ezwar e n _b_._ _e n_ m
Zoals" in~het~'bësluit tot afvoering staat vermeld, hebben burge
meester en wethouders zich reeds ten tijde van het besluit tot
plaatsing gerealiseerd, dat het handhaven van de bescherming als
monument tot een mogelijke schadevergoedingsplicht van de gemeen
te zou kunnen leiden. Over de omvang van die schadevergoedings
plicht bestond ten tijde van het plaatsingsbesluit geen nauwkeu
rige indicatie. Het was juist een van de bedoelingen van het
plaatsingsbesluit, om daardoor de gelegenheid te krijgen om onder
meer het schadevergoedingsaspect aan een nauwkeuriger onderzoek
te onderwerpen. Vervolgens zou dan, mede afhankelijk van de re
sultaten van dat onderzoek, de bescherming als monument in her
overweging kunnen worden genomen in het kader van de beoordeling
van een verzoek tot afvoering, indien dat zou worden ingediend.
Door het besluit tot plaatsing werd in ieder geval voorkomen, dat