het "bouwen van een nieuwe kerk hoe dan ook noodzakelijk was en dat er geen andere lokatie voor beschikbaar was. Had kunnen wor den vastgesteld, dat dezelfde of vergelijkbare omstandigheden zich voordeden in het geval van Sunny Cottage, dan zou dit gege ven ongetwijfeld van grote betekenis zijn geweest voor onze be sluitvorming. Ten aanzien van het onder b. samengevatte bezwaar overwegen wij het volgende. In punt 11, tweede alinea, van het beroepschrift wordt gesteld dat van gemeentezijde is nagelaten om in enig stadium van het vooroverleg inzake de bouwaanvraagprocedure aan te kondigen, erop te zinspelen of zelfs maar enig voorbehoud te maken omtrent de mogelijke plaatsing van Sunny Cottage op de monumentenlijst. De ze stelling is onjuist. Wij verwijzen U in dit verband kortheids halve naar het gestelde in dit voorstel met betrekking tot het gesprek dat in juni 1985 heeft plaatsgevonden. Hoorzitting Tijdens de vergadering van de Commissie cultuur, sport en recre atie van 30 september jl. zijn appellanten in de gelegenheid ge steld om hun bezwaren mondeling nader toe te lichten. Van deze gelegenheid hebben appellanten, bij monde van hun gemachtigde Mr. R.A.H. Post, gebruik gemaakt. De door Mr. Post overgelegde pleit aantekeningen zijn integraal in het ter inzage liggende proces verbaal van de hoorzitting verwerkt. Het betoog van Mr. Post bestond grotendeels uit een herhaling van de argumenten, die reeds in het beroepschrift naar voren werden gebracht. Onze weerlegging daarvan, c.q. onze opvattingen daar over, zijn in dit voorstel naar onze mening reeds voldoende be licht Het tijdens de hoorzitting naar voren gebrachte bevat niettemin een drietal punten, waarop wij nog even kort menen te moeten in gaan. a. het plaatsingsbesluit wordt "een prototype van een besluit van willekeur" genoemd, "bij gebreke van een daaraan ten grondslag liggend, en voor ieder kenbaar monumentenbeleid". Waarom werd Sunny Cottage wel, en de 179 andere panden uit de ambtelijke inverentarisatie niet, op de gemeentelijke monumentenlijst ge plaatst, zo werd ter hoorzitting gesteld; b. Mr. Post besteedde in zijn betoog uitvoerig aandacht aan de belangenafweging, welke naar zijn mening niet danwel onvol doende heeft plaatsgevonden. "Het belang van de eigenaresse van Sunny Cottage is", aldus Mr. Post ter hoorzitting, "pri mair gegeven door de sedert 1982 door haar onderzochte, legi tieme en economisch meest renderende mogelijkheid tot reali sering van nieuwbouw, en de vaststelling dat dit rendement niet is te verkrijgen bij behoud van het pand."; c. burgemeester en wethouders hebben hun bevoegdheid tot plaat sing op de monumentenlijst misbruikt, omdat deze plaatsing niet is geschied met het oogmerk om Sunny Cottage te behouden maar "om in het kader van het door de eigenaren voorgenomen bouwplan een nieuw toetsingscriterium te kunnen hebben, te we ten de afweging van het nieuwbouwplan tegen het behoud van Sunny Cottage." - 8 - Bijlage nr. 527

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 363