-2-
Bij bijlage nr. 467
aktiviteiten in het kader van het minderhedenfacetbeleid en het eman-
cipatiefacetbeleid worden gegeven onder respectievelijk II.D. en II.E.
Voor subsidiëring komen in aanmerking die organisaties die geen be
roep kunnen doen op andere financieringsvormen binnen de gezondheids
zorg. Gedacht kan daarbij worden aan AWBZ-voorzieningen en Rijks- en
Provinciaal gesubsidieerde organisaties.
II.A. Patiëntenorganisaties.
1. Onder een patiëntenorganisatie wordt verstaan een groep van mensen
die er gezamenlijk naar streven belangen op het gebied van gezondheid/
gezondheidszorg te behartigen.
2. De aktiviteiten van de te subsidiëren patiëntenorganisaties dienen
bij te dragen aan een verdergaande deelname van patiënten/gebruikers
in het meedenken en meebeslissen over het beleid in de gezondheidszorg:
m.a.w. bij te dragen aan de demokratisering in de gezondheidszorg.
3. De aktiviteiten van de subsidiëren patiëntenorganisaties dienen bij
te dragen aan het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid voor de
gezondheid en het betrekken van patiënten/gebruikers bij de eigen ge
zondheid en de zorgverlening daaromheen; m.a.w. bij te dragen aan de
bevordering van de mondigheid van de patiënt/gebruiker.
4. De te subsidiëren patiëntenorganisaties dienen aan te kunnen geven
dat zij beschikken over een relatief voldoende achterban. Het totale
aantal leden is voor de subsidiëring niet doorslaggevend, echter na
drukkelijk wél dat de aktiviteiten waarvoor subsidie gevraagd wordt
in hoofdzaak plaatselijk gericht dienen te zijn en in omvang afgestemd
zijn op het aantal leden dat de organisatie heeft.
5. De te subsidiëren patiëntenorganisaties dienen open te staan voor
samenspraak met de andere patiëntenorganisaties in Breda; samenspraak tussen
de patiëntenorganisaties versterkt de participatie.
II.B. Organisaties op het gebied van de informele zorgverlening.
1. Onder informele zorg wordt hier verstaan:
- mantelzorg de zorg van mensen voor de gezondheid van anderen in de
naaste omgeving; bijvoorbeeld van buren, familie en vrienden;
- zelfhulp de hulp van mensen aan elkaar op basis van gemeenschappe
lijke ervaringen en/of problemen met de gezondheid(szorg)
- vrijwillig(st)erswerk de georganiseerde zorg van mensen voor de
gezondheid van anderen.
2. De aktiviteiten van de te subsidiëren organisaties in de informele
zorgverlening dienen de spontane hulpverlening tussen mensen onderling
te stimuleren.