Bij bijlage nr. 467
3. De aktiviteiten van de te subsidiëren organisaties in de informele
zorgverlening dienen voornamelijk preventief gericht te zijn.
4. De aktiviteiten van de te subsidiëren organisaties in de informele
zorgverlening dienen gericht te zijn op samenwerking en samenhang met
de overige voorzieningen en organisaties in de gezondheidszorg.
II.C. Samenwerkingsprojekten in de eerstelijnsgezondheidszorg.
1. Projekten op het gebied van de eerstelijnssamenwerking in de ge
zondheidszorg dienen als doelstelling te hebben het realiseren van
een bereikbaar en samenhangend stelsel van gezondheidszorg.
2. Deelnemers aan de subsidiëren samenwerkingsprojekten in de eerste
lijnsgezondheidszorg dienen open te staan voor overleg met de niet aan
het projekt deelnemende gezondheidszorgvoorzieningen, uit zowel de basis-
de eerste-, als de tweede lijn.
3. De samenwerkingsprojekten in de eerstelijnsgezondheidszorg welke om
subsidie verzoeken dienen patiëntenorganisaties te laten participeren
in het projekt.
II.D. Het facetbeleid etnische minderheden.
Aktiviteiten van organisaties op het terrein van volksgezondheid en
etnische minderheden dienen, uitgaande van de hoofddoelstellingen
van het gemeentelijk minderhedenbeleid,:
- gericht te zijn op het beter toegankelijk maken van de voorzieningen
voor gezondheidszorg voor de etnische minderheden;
- zoveel mogelijk gericht te zijn op samenwerking en samenhang met de
bestaande gezondheidszorgvoorzieningen;
- zoveel mogelijk te geschieden in samenwerking met de etnische groe
peringen zelf.
II.E. Het facetbeleid vrouwenemancipatie.
Aktiviteiten van organisaties op het terrein van volksgezondheid en
vrouwenemancipatie dienen, uitgaande van de hoofddoelstellingen van
het gemeentelijk emancipatiebeleid,:
- gericht te zijn op het beter toegankelijk maken van de voorzieningen
voor gezondheidszorg voor vrouwen, daarbij aandacht besteden aan
specifieke vrouwenproblemen en uitgaand van de maatschappelijke
positie van vrouwen;
- gericht te zijn op de verdere ontwikkeling voor vrouwenhulpverlening
en daarbij te streven naar samenwerking en samenhang en zodra moge
lijk, integratie van de ontwikkelde hulpverlening in de bestaande
gezondheidszorg