bjlMjC i
Bij bijlage nr. 4o7
2.De doelstellingen voor het volksgezondheidbeleid.
In dit hoofdstuk geven wij die doelstellingen aan die sinds het begin
van deze raadsperiode in 1982 voor volksgezondheid vastgesteld zijn.'
In het "Programmaakkoord 1982-1986" staat over volksgezondheid te lezen:
"Ten aanzien van volksgezondheid zal het beleid uitgaan van de eigen ver
antwoordelijkheid, dit wil zeggen het mogelijk maken dat mensen vanuit
eigen inzicht en zelfverantwoordelijkheid de stabiliteit in eigen en ander
mans geestelijke en lichamelijke gezondheid kunnen bewaken. De aanmoediging
van gezondheidsbevorderend gedrag heeft hoge perioriteit"
Vervolgens wordt in het raadsbesluit van 20 oktober 1983 over de invoering
van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg (W.V.G.) uitgebreid aandacht be
steed aan de doelstellingen voor het volksgezondheidbeleid. Vastgesteld
werd:
"Als hoofddoelstellingen van het gemeentelijk volksgezondheidbeleid worden
omschreven
a)individuele burgers bewust maken van de eigen verantwoordelijkheid en eigen
mogelijkheden bij de zorg voor de eigen gezondheid, alsmede het aanreiken
van instrumenten om die verantwoordelijkheid aan te kunnen
b)het scheppen en handhaven van een maatschappelijk klimaat waarin gezond
heidsbedreigende faktoren zoveel mogelijk worden 'weggenomen en waarin ge-
zondheidsherstellende voorzieningen worden geboden"
"Op basis hiervan woeden als werkdoelstellingen binnen het gemeentelijk
volksgezondheidbeleid geformuleerd:
a)het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en de zorg voor eigen
gezondheid door het individu
b)het scheppen van voorwaarden om:
-de gezondheidsbedreigingen te voorkomen
-het noodzakelijk herstel mogelijk te maken
-en zo nodig de zorg zelf ter hand te nemen
c)hierbij in het bijzonder aandacht te schenken aan:
-een samenhangend en bereikbaar stelsel van mogelijkheden en zorg
-het bevorderen van de participatie van de konsument/patiënt/kliênt"
"Gezien de eerste hoofddoelstelling en de daaruit volgende eerste werkdoel-
stelling stellen wij uitdrukkelijk vast dat de zelfzorg en de mantelzorg
verder ontwikkeld moeten worden. Aktiviteiten op het gebied van gezondheids
voorlichting en -opvoeding kunnen hierbij van groot belang zijn".