aan de raad der gemeente Breda Li 1 p nr. 31G Voorstel van "burgemeester en wethouders tot wijziging van het Reglement van orde. BJZi F70347o 0' Aan het begin van de vorige zittingsperiode van de gemeente raad werd besloten om gedurende een experimentele periode van twee jaren de toepassing van enkele bepalingen uit het Reglement van orde aan te passen aan de in het toen opge stelde programma-akkoord geformuleerde beleidsvoornemens met betrekking tot het functioneren van de gemeenteraad en van de vaste adviescommissies aan burgemeester en wethouders. Bedoeld besluit betreft het raadsbesluit van 16 september 1982 (bijlage 340)*, waarbij enkele bepalingen uit het Reglement van orde gedurende genoemde periode buiten toepas sing werden verklaard. Betreffende bepalingen zijn vermeld op het bij dat raadsbesluit behorende overzichten I.a. en I.b.*, betrekking hebbende op de vergaderingen van de gemeenteraad, respectievelijk op genoemde commissies. Het oorspronkelijk in het Reglement van orde voorkomende HOOFDSTUK VIII inzake genoemde commissies werd bij raadsbe sluit van 15 mei 1986 (bijlage 141)* ingetrokken (onderdeel I.b.) onder gelijktijdige vaststelling van een - nieuw - reglement voor die commissies (onderdeel Il.b.). Door het buiten toepassing verklaren van bedoelde bepalingen met betrekking tot de raadsvergaderingen werd het onder meer mogelijk gemaakt, dat voortaan door individuele raadsleden bepaalde voorstellen werden ingediend. De eerder in het Reglement van orde voorgeschreven mede-ondertekening of ondersteuning door drie andere raadsleden voor het in behandeling nemen van de volgende voorstellen werd daarbij losgelaten - initiatiefvoorstel - voorstel van orde - sub-amendement - motie artikel 31 artikel artikel artikel derde lid 15tweede lid 28, derde lid; 30, vierde lid; Zoals reeds is vermeld, betrof het hier een maatregel met een tijdelijke werkingsduur. Overeenkomstig het bepaalde in het toenmalige programma-akkoord werd de werking van het experiment geëvalueerd. De daarbij verkregen onderzoekgege- vens werden, voorzien van een analyse, vermeld in een notitie van 1 augustus 1984*. Aan de hand hiervan conclu deerden wij toen, dat voor een voortzetting van het experi ment en daarmee voor het definitief laten vervallen van enige mede-ondertekening of ondersteuning in die gevallen zou kunnen worden gekozen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 405