Onder meer in verband met bovenstaande ontwikkeling is reeds in
1985 in gezamenlijk overleg tussen Breda en Tilburg de "Nota
toekomst C.B.T." opgesteld.
Deze nota is door uw raad op 10 maart 1986 behandeld.
Daarbij werd besloten de inhoud van de nota, alsmede de daaruit
voortvloeiende gevolgen voor het gemeentelijk automatiserings
beleid voor kennisgeving aan te nemen.
Ten aanzien van het Informatiecentrum en het Developcentrum
voor lokale toepassingen werd in de nota vermeld, dat deze z.g.
"variabele" sector zelf zijn levensvatbaarheid zou dienen te
bewijzen. Als meetpunt daartoe zou de jaarrekening 1986 worden
beschouwd
Als gevolg van het reeds eerder genoemde tussentijdse resul-
tatenoverzicht over het eerste halfjaar van 1986 en de daaruit
blijkende negatieve resultaten van beide onderdelen, is dit
meetpunt echter vervroegd.
De discussie in het dagelijks- en algemeen bestuur over de
verdere toekomst van het C.B.T.waarbij ingrijpende maatre
gelen aan de orde zijn geweest, hebben uiteindelijk geleid tot
de instelling van een projectgroep onder voorzitterschap van de
op grond van de "Nota toekomst C.B.T." toegevoegde bestuurder.
Deze projectgroep dient half 1987 te rapporteren en heeft de
volgende taakstelling:
Uitgaande van de feitelijke situatie bij het C.B.T. en de
automatiseringsplannen van de gemeenten Breda en Tilburg voor
1986 aan het bestuur van het C.B.T. advies uitbrengen:
- over de vraag of, en zo ja, op welke wijze het C.B.T. in de
toekomst een zinvolle taak kan uitoefenen, welke gezien de
daartoe genomen besluiten, zich primair richt op de dienst
verlening voor de eigenaar-gemeenten en in afgeleide vorm
voor derden, mits tenminste kostendekkend;
- indien voorgaande vraag ontkennend moet worden beantwoord,
zullen adviezen over de dan te nemen bestuursbesluiten worden
verstrekt;
- voor de beantwoording van voorgaande vraag zullen reëel
geachte alternatieven worden onderzocht;
- tevens wordt -zo nodig- advies uitgebracht over de vraag hoe
een nodig geacht veranderingsproces moet worden vertaald naar
het personeel (collectief en individueel).
Omtrent de door het bestuur van het C.B.T., naar aanleiding van
de adviezen van de projectgroep, nodig gachte maatregelen,
zullen wij uw raad in een vroegtijdig stadium nader informeren.
Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar de ter visie
liggende stukken.