Fines
gemeente Breda
i
bij bijlage nr. 5',<4
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 171 van de gemeentewet;
besluit
I. aan HofbouwmijB.V., Lange Bunder 1, 4854 MB Bavel, ten behoeve van de
bouw van 8 vrije sector-woningen te verkopen een perceel grond van
1.990 m2, gelegen aan de Ma Ueberfeldtstraatkadastraal bekend
gemeente Breda, sectie H, nr. 3088 (ged.), zoals op de bij dit besluit
behorende situatietekening van de dienst openbare werken nr. 57634 met
grijze kleur en arcering bij benadering is aangegeven, voor de prijs
van 292.649,(zegge: tweehonderd tweeenneeentig duizend zeshonderd
negenenveertig gulden) exclusief de B.T.W. volgens het op het tijdstip
van eigendomsoverdracht geldende tarief, onder de "algemene verkoop
voorwaarden 1979", vastgesteld bij besluit van de raad van 19 februari
1979, doch met uitzondering van de artikelen 3, 10, 16 en 21 en onder
aanvulling van de volgende bijzondere voorwaarden en bepalingen:
Artikel 1
Koper is verplicht zoveel woningen van een bepaalde categorie te
bouwen als is overeengekomen met de gemeente Breda.
Voor het onderhavige gebied (Kesteren Ham II) betekent dit:
8 woningen in de categorie koop (vrije sector).
Bij wijziging in het aantal per categorie te bouwen woningen is een
boete verschuldigd van 100.000,per woning.
Middels schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders is in
bijzondere gevallen, uitsluitend te hunner beoordeling, ontheffing
mogelijk.
Vindt door middel van deze ontheffing verschuiving plaats van woningen
naar een categorie met een hogere grondprijs, dan zal deze meerprijs
alsnog door de koper betaald moeten worden.
Artikel 2
Koper en diens rechtsopvolgers dienen bij verkoop van de woning(en) de
volgende verplichting op te leggen:
1. de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een termijn van
vijf jaar na de ingebruikneming zelf te bewonen, niet te verhuren
en niet te verkopen;
2. van de verplichting in lid 1 kan door middel van een schrifte
lijke toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken
worden:
a. wegens verandering van werkkring;
b. wegens overlijden van echtgeno(o)t(e)
c. wegens echtscheiding;
d. wegens doorstroming naar een duurdere woning;
e. bij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als
bedoeld in artikel 1223 van het burgerlijk wetboek;
f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele
of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burge
meester en wethouders kan worden aangetoond.