Bij bijlage nr. 560 a
- 13 -
Hoofdstuk V
Vergunningverlening
Artikel 13
1. Het verbod, bedoeld in artikel 1 van de wet, is van toepassing op
huurwoningen, waarvan de huurprijs, inclusief subsidiabele service
kosten, gelijk is aan of minder bedraagt dan de geldende maximum
huurprijs voor zelfstandige woonruimte waarbij men nog in aanmerking
komt voor individuele huursubsidie.
2. De aanvraag om vergunning tot het betrekken van een woning als in het
eerste lid bedoeld, dient te geschieden met een door burgemeester en
wethouders beschikbaar te stellen formulier, waarbij een door de
beheerder afgegeven bereidverklaring gevoegd moet zijn, behoudens het
bepaalde in de artikelen 1623h, 1623i en 16231 van het Burgerlijk
Wetboek.
3. De sub 2 bedoelde bereidverklaring moet in elk geval bevatten:
a. het adres van de woning;
b. gegevens bevatten omtrent het aantal kamers;
c. de huurprijs van die woning.
4. a. De vergunning houdt in de naam van degene, die gerechtigd is de
woning te betrekken alsmede het adres van de betreffende woning;
b. de vergunning vervalt, indien daarvan binnen 30 dagen na datum
van afgifte, geen gebruik van is gemaakt, tenzij binnen die
termijn dat tijdvak door burgemeester en wethouders is verlengd
en alsdan na verloop van de verlengingstermijn indien de
verlengingstermijn ongebruikt is gebleven.
