Bijlage nr. 530 Voor St. Joseph is berekend dat voor deze bijfinanciering tot 1990 een bedrag nodig is van max. f 120.000,-- tot f 800.000,-- afhankelijk van het rentepercentage van de nieuwe lening. Indien de bijfinanciering voor de corporatie liquiditeitspro blemen oplevert, dient in overleg met de gemeente naar een (tijdelijke) oplossing te worden gezocht. Het uiteindelijk te behalen voordeel (afhankelijk van het rentepercentage f 13 mil joen tot f 16 miljoen o.b.v. contante waarde) weegt aanzienlijk zwaarder dan de tijdelijke liquiditeitsproblemen. A. In verband met het vanaf 1-1-1987 van kracht zijn van de V/et Financiering Lagere Overheden (FILO) zal de gemeente op de kapitaalmarkt leningen aantrekken en - onder dezelfde condi ties - doorlenen aan de corporatie. In genoemde wet is bepaald dat de kasgeldlimiet van de gemeente afhankelijk is van onder meer de langlopende ver plichtingen die zijn aangegaan. Indien nu een deel van die langlopende verplichtingen (i.e. rijksleningen) worden afge lost en de corporatie zelf zorg draagt voor - door de gemeente gegarandeerde - herfinancieringheeft dat directe gevolgen voor de kasgeldlimiet. Om deze reden achten wij het wenselijk dat de corporatie van de gemeente leent. Gelet op de risico's die de ve leningen en de herfinanciering met zich meebrengt zijn met de volgende afspraken gemaakt: rvroegde aflossing van rijks middels kapitaalmarktleningen woningbouwvereniging de 1. De corporatie blokkeert binnen de A.B.R. jaarlijks een bedrag ter grootte van een half procent van de door de gemeente op de kapitaalmarkt aangetrokken en aan de corporatie doorgeleende leningen ter afdekking van met de vervroegde aflossing verband houdende risico's. Aan het geblokkeerde bedrag wordt jaarlijks de interest toegevoegd De stortingen in de geblokkeerde reserve zullen plaats vinden tot het moment dat de leningen van 's rijkswege een renteconversie gehad zouden hebben, met dien verstan de dat de omvang van het geblokkeerde bedrag de f 5 miljoen niet zal overschrijden. 2. Het laagste toetsingsbedrag va de A.B.R. wordt verhoogd met het bedrag van de op enig moment gevormde geblokkeer de reserve. Indien het bovengenoemd bedrag bereikt wordt dan zal een - op korte termijn uit te werken - afbouw regeling van de te blokkeren reserve in werking treden 3. T.a.v. het vestigen van een hypotheek komen de gemeente en de corporatie het volgende overeen: er wordt een overeenkomst opgesteld waarin wordt bepaald dat de gemeente Breda op die complexen waarvan nu de rijksleningen vervroegd worden afgelost het recht van eerste hypotheek zal verkrijgen zodra de omvang van de - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 534