aan de raad der gemeente Breda Mil/8704550 cr-nnr~p Bijlage nr. 549 Voorstel van burgemeester en wet houders tot het afleggen van een verklaring ex artikel 74, lid 2, onder a van de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder bepaalt dat iedere weg in beginsel gezo- neerd is. De zone is een onderzoeksgebied; indien geluidgevoe lige bestemmingen binnen de zone zullen gaan liggen, moet een akoestisch onderzoek worden ingesteld naar de geluidbelasting tengevolge van de weg. Indien nu reeds bij voorbaat vaststaat, of redelijkerwijs is aan te nemen, dat er geen geluidhinder is of zal zijn, omdat de verkeersintensiteit op een weg erg laag is, biedt de wet de mogelijkheid om het anders verplichte akoestische onderzoek naar de geluidbelasting van de betreffende weg niet uit te voeren. De wet stelt hierbij dat dit het geval zal zijn, als de verkeersintensiteiten op de betreffende weg lager zullen zijn dan 2.450 motorvoertuigen per etmaal. De gemeenteraad zal dienen te verklaren dat binnen een periode van 10 jaren te verwachten is, dat minder dan het genoemde aantal de weg zal passeren Het bepalen van een aantal motorvoertuigen mag gebaseerd zijn op een redelijke schatting. De situatie doet zich voor ten aanzien van de in bijgevoegde concept-verklaring genoemde wegen, gelegen in het gebied Ruitersbos Motivering 2450-verklaring Het verkeer dat gebruik maakt van de wegen in voornoemd gebied bestaat hoofdzakelijk uit bestemmingsverkeer. Dit gegeven, in relatie tot de omvang en de ruime opzet van het gebied (voornamelijk verspreid liggende vrijstaande woningen) zorgen ervoor dat de intensiteit de waarde van 2.450 mvtg/- etmaal niet overschrijdt. Het karakter van het gebied zal ook in de toekomst gehandhaafd blijven zodat voornoemde intensiteit binnen een periode van 10 jaar niet overschreden zal worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 538