Bijlage nr. 578
- 5 -
De doorschuifregeling
Als na 15 jaar opnieuw subsidie' wordt aangevraagd en tevens wordt toegekend,
zal een lager subsidiepercentage gelden voor het treffen van de voorzieningen,
overeenkomstig het subsidiepercentage van de opvolgende bouwjaarklasse.
De huur na het treffen van voorzieningen
De regeling bevat geen concrete bepalingen over de huurprijs na het treffen
van voorzieningen. Daarvoor is de Huurprijzenwet woonruimte en het daarbij
behorende besluit van toepassing.
Er vindt verhoging van de huur plaats als het gaat om ingrijpende geriefs-
verbetering. Dit is het geval als het niet (alleen) groot onderhoud betreft
en als de investeringen hoger zijn dan of gelijk zijn aan 20% van de bouw
kosten van vergelijkbare nieuwe woningen. Bij de vaststelling van de nieuwe
huurprijs wordt uitgegaan van de werkelijk gemaakte kosten. De nieuwe
huurprijs wordt vastgesteld op basis van de oude huurprijs, waarboven een
huurverhoging wordt opgeteld, die gelijk is aan een bepaald percentage van
de geraamde kosten van de ingreep (het zogenoemde 1, 2, 3-systeem)
Schema 2: het 1, 2, 3-systeem
bij goedgekeurde geraamde kosten
in een van de bouwkosten van
vergelijkbare nieuwe woningen
van opeenvolgend:
bedraagt de huurverhoging in een in
van de goedgekeurde geraamde kosten
de som van opeenvolgend:
van 0 tot 20
1
van 20 tot 50
2
van 50 of meer
3
Als de jaarlijkse huurverhogingen zijn opgeschort omdat voor de woning
onvoldoende onderhoud is gepleegd kunnen deze opgeschorte huurverhogingen
alsnog in overleg tussen verhuurder en huurder worden overeengekomen met
ingang van de datum van de gereedkoming van het (groot) onderhoud of de
verbetering.
Er ligt een voorstel bij de Tweede Kamer om maximaal drie trendmatige huur
verhogingen op te kunnen leggen, als de huur bevroren is geweest vanwege de
slechte staat van de woning en als de gebreken aan de woning zijn hersteld.
4. BIJZONDERE SUBSIDIES
Extra bijdrage
Onder bepaalde voorwaarden kan aan de gemeente een extra bijdrage van 20%
worden verstrekt, als de financiële positie van de instelling zo slecht is
dat de noodzakelijke voorzieningen niet getroffen kunnen worden. De aanvraag
van een extra bijdrage moet tegelijkertijd met het pla^ bij de H.I.D. worden
ingediend. Overleg met de H.I.D. voorafgaand aan de planindiening kan de
gemeente in een eerder stadium zekerheid geven.
Voor de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda zal van deze regeling
gebruik worden gemaakt. Onderzocht wordt nog of mogelijk andere woningbouw
verenigingen voor deze extra subsidiëring in aanmerking komen.