SOS
aan de raad der
gemeente Breda
i
Bijlage nr. 478
F/8701961
Voorstel van burgemeester en
wethouders met betrekking tot
inzet van de desintegratievergoe
ding Enwa.
Bij ons voorstel inzake de verzelfstandiging Enwa d.d. 10 april
1986, bijlage nr. 86, hebben wij U toegezegd nadere voorstellen
te zullen doen inzake mogelijke inzet desintegratievergoeding
Enwa in relatie tot eventueel nodige budgetbijstellingen.
De desintegratievergoeding dient als compensatie voor die
kosten die, hetzij blijvend hetzij tijdelijk, als gevolg van
de transactie, i.e. de verzelfstandiging van het Enwa,
ontstaan. Dit houdt in, dat de vergoeding, groot f 8,09 mil
joen, voor opvang van deze kosten bestemd moet worden.
Voor een specificatie van de kosten waarop de vergoeding - bere
kend naar contante waarde - betrekking heeft verwijzen wij naar
bijlage I bij dit voorstel.
Over de wijze waarop de vergoeding in relatie tot eventueel
nodige budgetbijstellingen moet worden ingezet, hebben wij ons
beraden en zijn daarbij tot de navolgende bevindingen gekomen:
1Desintegratiekosten van tijdelijke aard.
aAlgemene beheerskosten.
Het aan het Enwa in rekening gebrachte jaarlijks aandeel in
de algemene beheerskosten is in de loop der jaren sterk
beïnvloed door diverse oorzaken. Vooruitlopend op dit voor
stel is daarom in de kadernota 1988 reeds voorzien in afdek
king van een deel van deze wegvallende doorberekeningsmoge
lijkheid. Thans komen wij na onderzoek tot de conclusie dat
als gevolg van aanpassingen van de organisatie in de afge
lopen jaren en door de bezuinigingsoperaties (sanering,
h.u.g. I en II) de kosten, welke zouden moeten worden
gerelateerd aan het doorberekende bedrag, niet of nauwelijks
meer zijn te traceren dan wel te beïnvloeden. Een taak
stelling om op termijn tot inverdiening van kosten - gerela
teerd aan de desintegratievergoeding voor kosten van tijde
lijke aard - te komen, zou - naast het thans opgelegde
aandeel van de bestuursdienst in de heroverwegingsoperatie -
tot naar onze mening niet verantwoorde extra operaties
leiden.