Inleiding: de gang van zaken tot nog toe
Sinds de gemeenteraad in het kader van de HUG-II de korting op de
Maatschappelijke Dienstverlening vaststelde op f 2^8.000,is er
veelvuldig overleg gevoerd met instellingen, werkgevers- en
werknemersvertegenwoordigingen
Hoewel het structureel maken hiervan tot 1986 duurde hebben zij zich
daarna in dialoog met het college van burgemeester en wethouders,
over de meest verantwoorde invulling van deze taakstelling gebogen.
De gemeenteraad gaf er meermalen blijk van te opteren voor een
vergaande samenwerking van de betrokken instellingen.
In de definitieve versie van de doelstellingennota voor de
Welzijnssector in de periode 1986-1991 wordt gesproken van een
samenwerkingsverband tussen, integratie van I.M.W.S.O.S. en J.A.C.
tot één voorziening met buurt/wijk gerichte, stedelijke en
bovenstedelijke activiteiten. Teneinde dit voornemen te concretiseren
verscheen in februari 1986 de notitie "Gemeentelijke uitgangspunten
ten behoeve van de Invulling van de HUG-II bezuinigingen in de sector
Maatschappelijke Dienstverlening" op basis waarvan het
gestructureerde overleg een aanvang nam.
De instellingen hebben zich ninmer enthousiast getoond over de van
gemeentezijde ingebrachte eenwording. Vertraging ontstond doordat de
primaire beleidsverantwoordelijkheid inzake de telefonische
hulpdiensten door de Welzijnswet op provinciaal niveau gesitueerd
werd. Het aandeel in de rijksbijdrage Maatschappelijke
Dienstverlening wat op titel van de THD in 1986 naar Breda kwam
bedroeg f 106.138,
Als gevolg van deze ontwikkeling heeft het college van burgemeester
en wethouders besloten de SOS/THD niet dwingend bij een fusie te
blijven betrekken omdat dit gezien de verdekking van verantwoorde
lijkheden niet gepast zou zijn en om geen verplichtingen te hoeven
aangaan die uit de aard van die verdeling niet meer ten laste van de
gemeente moeten komen (wachtgeldrisico's). Inhoudelijk is het daarbij
zo dat de situering van de THD's op provinciaal niveau een te
verdedigen standpunt is gezien de regionale functie van deze
instellingen en het vele werk dat er voor hen mee gemoeid is om met