rij bijlage r.r. 595 alle gemeenten in hun werkgebied tot financieel sluitende afspraken te komen. Gezien het tijdstip waarop de Welzijnswet van kracht werd lag het in de lijn der verwachting dat de provincie het gemeentelijk aandeel in de totale subsidie niet zou kunnen overnemen in 1987. Het belang van het werk van de instelling wordt te belangrijk geacht om het te laten vermalen tussen onuitvoerbare besluitvorming in Den Haag en de praktijk op provinciaal- en gemeentelijk niveau. Daarom heeft het college besloten in 1987 nog een gemeentelijke bijdrage cf. de daarvoor in de begroting al geraamde omvang onder aftrek van het naar rato van het subsidievolume berekende deel van de HUG-II korting beschikbaar te stellen. In de onderhandelingen naar de provincie heeft de functie wethouder evenals de wethouders van de andere betrokken centrumgemeenten 0 (Eindhoven, 's-Hertogenbosch) gesteld, mede gezien de taakstellingen, dat de provincie in 1988 volledig verantwoordelijk zou moeten zijn. De provincie heeft na discussie deze verantwoordelijkheid aanvaard in die zin dat ze de THD's in hun volle omvang in de afweging voor de begroting '88 zal meenemen. Dit betekent dat het huidige gemeentelijke aandeel ingezet kan worden om de inmiddels door de Kadernota verhoogde taakstellingen te verlichten. Een en ander leidt tot de volgende becijfering. HUG-II taakstelling 1987 f 248.000,— Kadernota taakstelling 1988 150.000, f 398.000,— Gemeentelijk aandeel THD oorspronkelijke vaststelling 1987 f 166.500,— korting rijksbijdrage f 106.000, gemeentelijk aandeel excl. HUG-II kortingen nog te realiseren f 60.500,— f 60.500,— f 337.500,— Het college besloot op 21-1-1987 na overleg met de provincie de fusievoorwaarde m.b.t. BTW en JAC te handhaven en het SOS/THD te verzoeken op vrijwillige basis bij de besprekingen betrokken te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 877