Ti.1 bi;
ire r.r.
Landelijke discussies over plaats, taak en financiering van de
jongerenhulpverlening zijn er legio. Ook de primaire
beleidsverantwoordelijkheid is onderwerp van strijd. Waar en wanneer
zijn het rijk, de provincies of de gemeenten aan zet?
Door deze onzekerheden en de verschillende manieren van
beleidsvoering tot dusver is het niet eenvoudig rationele (doelmatige
en doeltreffende) organisatievormen te ontwikkelen.
Justitie heeft te kennen gegeven geenszins van plan te zijn haar
taken in deze te decentraliseren. Het principe van rechtsgelijkheid
zal daar niet vreemd aan zijn. Toch zien we dat de instellingen die
in Breda actief zijn in de ambulante tak van dit werk, de bureau's
A voor Jeugd en Gezin, vanwege de bestaande expertise op niveau van
'1
individuele begeleiding ook capaciteit krijgen voor het vrijwillige
advieswerk waardoor jongeren en ouders deze instellingen kunnen
consulteren. Deze capaciteit wordt toegekend onder nadrukkelijke
vermelding van de verplichting tot afstemming van het werk met het
JAC. Deze verwijzing geeft al aan dat jongerenhulpverlening
georganiseerd zou kunnen worden door koppeling van het justitionele
en het vrijwillige circuit. Het is voorstelbaar dat sommigen zich
hiertegen verzetten, omdat zij de instituten voor Jeugd en Gezin te
veel gelieerd achten aan de sterke arm. Of dat ook vanuit de cliënten
zo wordt ervaren is o.i. minder afhankelijk van het instituut dan wel
van de gerezen problematiek in kwestie en de onvrijwillige momenten
in de uitspraken van de kinderrechter.
I
Het college van burgemeester en wethouders heeft zich voorlopig op
het standspunt gesteld van het samenbrengen van de algemeen
maatschappelijk werkaanpak en de specifiek categoriale benadering
voor jongeren zoals deze in Breda door het I.M.W. en het J.A.C.
werden voormgegeven. Deze keuze neemt duidelijk stelling in de
gevoerde discussie (zie verder de discussienota "Maatschappelijk Werk
voor jeugdigen", januari 1985. Joint en de tegenpool daarvan
"Bouwstenen voor W.I.J.N.-beleid adviesbureau's voor jongeren en
ouders 1984").
Het algemeen maatschappelijk werk zal om haar titel "algemeen" waar
te maken ook voor jongeren een aansprekend aanbod moeten organiseren.
a
-5-