sas gemeente Breda bij bi jlage nr5°° De raad van de gemeente Breda; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 171 van de gemeentewet; besluit te verkopen aan: a. Winters Bouwbedrijf B.V., Prins Hendrikstraat 21, 4835 PJ Breda, ten behoeve van de bouw van een kantoor, een perceel grond van 2.800 m2 gelegen aan het Chasséveld, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie B, nr. 7843 (ged.), zoals op de bij dit besluit behorende situatietekening nr. 57768 van de dienst openbare werken met grijze kleur bij benadering is aangegeven, voor de prijs van 1.218.000,(zegge: een miljoen tweehonderd achttienduizend gulden) exclusief de B.T.W. volgens het op het tijdstip van eigendomsoverdracht geldende tarief en b. Stichting Aanvullingsfonds van het Ziekenfonds O.Z., Ginnekenweg 139, 4818 JD Breda, ten behoeve van een kantoor, een perceel grond van 2.800 m2 gelegen aan het Chasséveld, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie B, nr. 7843 (ged.), zoals op de bij dit besluit behorende situatietekening nr. 57919 van de dienst openbare werken met grijze kleur bij benadering is aangegeven, voor de prijs van 1.218.000, (zegge: een miljoen tweehonderd achttienduizend gulden) exclusief de B.T.W. volgens het op het tijdstip van eigendomsoverdracht geldende tarief Deze percelen worden verkocht onder de "algemene verkoopvoorwaarden 1979", vastgesteld bij besluit van de raad van 19 februari 1979, doch met uitzonde ring van de artikelen 3 en 15 t/m 21 en onder aanvulling van de volgende bijzondere voorwaarden en bepalingen: 1. Kopers en diens rechtsopvolgers moeten gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan of boven het verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden of zijn aangebracht en onderhouden, op de plaatsen waar en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtverkrijgenden zijn ver plicht al hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht te laten bestaan. Het aanbrengen en/of het aanwezig zijn van bovenbedoelde voorwerpen als gevolg van deze gedoogplicht doet geen recht ontstaan op enigerlei schadevergoeding 2. Kopers en diens rechtsopvolgers dienen op eigen terrein tenminste één parkeerplaats per 50 m2 b.v.o. te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 903