- 2 - bi bi jlr.ro nr. ~°2 3. a. De gemeente geeft bij verkoop van het perceel grond geen zoge naamde "gifvrij" of "schone grond" verklaringen af, doch handelt conform de op 31 oktober 1984 gepubliceerde gedragslijn van de gemeente Breda ten aanzien van vrijwaringsclausules bodemveront reiniging als opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage, b. Bij ingebruikname van het perceel grond worden kopers geacht dit volledig te kennen en dit te aanvaarden, zodat kopers alsdan geen aanspraak kunnen maken op enige vergoeding van enigerlei schade en/of kosten wegens structuur, gesteldheid enz. van de bodem. 4. De bepalingen van de artikelen 1 en 2, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genots- recht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt. Bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000, 5. Kopers en diens rechtsopvolgers zijn gehouden: a. het perceel grond bouwrijp te maken alsmede de kosten te betalen die verbonden zijn aan alle werkzaamheden voor het verleggen van kabels, leidingen e.d.; b. het niet te bebouwen achterterrein (de noord/oostzijde van het perceel) in nader overleg met de gemeente in te richten. 11. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het gemeente lijk grondbedrijf. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd, voorzitter secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 904