Bij bijlage nr. 628
blad nr.
6
29. De overeenkomst zal na voorafgaande ingebrekestelling, doch zonder
rechterlijke tussenkomst als geëindigd kunnen worden beschouwd, ingeval
een der partijen een of meer van de haar krachtens deze overeenkomst
opgelegde verplichtingen niet, niet-tijdig, of niet behoorlijk nakomt.
30. Bij beëindiging van deze overeenkomst, als omschreven in de bepalingen
27, 28 en 29 zal géén der partijen op enigerlei wijze tot vergoeding
van kosten en/of schade zijn gehouden, tenzij er sprake is van opzet of
grove nalatigheid.
Geschillen
31. Alle geschillen, die naar aanleiding van of in verband met deze over
eenkomsten of van overeenkomsten ter uitvoering van de onderhavige
overeenkomst tussen partijen of hun rechtverkrijgenden mochten ont
staan, zowel juridische als feitelijke, van welke aard die ook mogen
zijn, ook al worden zij slechts door ëën der partijen als zodanig
aangemerkt, zullen met uitsluiting van de gewone rechter worden
beslecht overeenkomstig het Reglement van het Nederlandse Arbitrage
Instituut
Een geschil in de zin van deze bepaling zal geacht worden ook aanWezig
te zijn in alle gevallen waarin nadere overenkomsten ter uitvoering
van de onderhavige overeenkomst, aanleiding geven tot handelingen of
besluiten, waarvoor nadere wilsovereenstemming tussen partijen vereist
is en deze niet bereikt is of kan worden.
32. De beslissing van.de arbiter(s) zal de kracht hebben van een bindend
advies, behoudensvoor zover zij betrekking heeft op administratief
rechtelijke rechten en verplichtingen, in welk geval zij de betekenis
zal hebben van een advies. Een al dan niet subsidiaire eis tot het
geven van een bindend advies omtrent vervangende schadevergoeding bij
niet opvolging van eerdergenoemd advies, behoort uitdrukkelijk tot de
competentie van de arbiter(s).
In geval van een enkel advies zal het bevoegd orgaan van de gemeente,
eventueel onder goedkeuring van toezichthebbende organen, ter zake een
beslissing nemen. De arbiter(s) geeft (geven) in zijn (hun) beslissing
aan indien, en zo ja in hoeverre, deze betrekking heeft op administra-
tief-rechtelijke rechten en verplichtingen.
33. De bepalingen 31 en 32 laten voor partijen onverlet de mogelijkheid
tot het uitlokken van een voorziening van de president van de arron
dissementsrechtbank te Breda in kort geding of tot het nemen van
conservatoire maatregelen.
JOM