door het arbeidsbureau - De mogelijkheden van artikel 8 van de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers - De mogelijkheden van de Algemene Bijstandswet. 2.2. De Wet Studiefinanciering 18+ Het uitgangspunt van deze wet is, dat de verstrekte financiering toereikend is voor het dekken van alle noodzakelijke directe stu diekosten alsmede voor de kosten van levensonderhoud tijdens de periode dat men studeert. Daarbij wordt rekening gehouden met de inkomenspositie van de ouder(s) van de studerende, alsmede met inkomsten van de studerende zelf. De wet gaat - binnen zekere grenzen - uit van volledige vrijheid van studiekeuze. 2.3. Rijksregeling Tegemoetkoming Studiekosten Uitgangspunt is dat de op grond van deze regeling verstrekte ver goeding toereikend is voor de noodzakelijke directe studiekosten. De vergoeding wordt afgestemd op de inkomenspositie. Ook hier geldt vrijheid van studiekeuze. 2.4. Provinciaal Fonds Studiebevordering Noord-Brabant Er wordt een rentedragende vergoeding verstrekt voor opleidingen genoemd onder D. Eerste tussenbalans (Rijks- en provinciale regelingen) Na de hiervoor gegeven korte weergave van de rijks- en provinciale regelingen is het noodzakelijk de centrale uitgangspunten van die regelingen nogeens op een rijtje te zetten: - een toereikende vergoeding afgestemd op het karakter van de oplei ding - afgestemd op de inkomenspositie van de ouders of de student zelf - vrije studiekeuze. Vooral deze uitgangspunten moeten worden meegenomen als het gaat om de vraag of en zo ja in welke mate het instandhouden van een gemeente lijk studiefonds noodzakelijk kan worden geacht. Deze uitgangspunten betekenen inrners, dat er slechts beperkte ruimte is voor aanvullende financiering vanuit een gemeentelijk studiefonds. Met name in die situaties waarin: a. de gevolgde opleiding niet is erkend door de betreffende overheden; b. het vaststellen van het inkomen van de ouder(s) problemen oplevert. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1001